United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar weder hadt men op de Paarden veel te zeggen; terwijl het eenvouwig schoon afbeeldsel dier Schilderhelden wel een bataille van gevilde menschen geleek; want men hadt zeer angstig het doortekenen van het geringste spiertjen, dat slegts even onder de opperhuid zichtbaar kon zijn, waargenomen, en was zelfs, om de kunde in de anatomie te toonen, zo verre gegaan, dat men, als door een doorschijnende huid, ook de verborgen deelen des lighaams aanwees.

Geleider. Dat alles wordt nu thuis door een bekwaam' Meester geleerd! Ik. Hoe is dat mooglijk? Dat is immers al te omslagtig om door een' Meester geleerd te worden! Geleider. Waarom! O wij hebben thands veel van dien omslag weggenoomen, en het is alles dood eenvouwig geworden.

Wij deeden dit, ik verbeelde mij den Oudsten aan mijn regtsche en mijn' Geleider aan mijn linksche hand te hebben; vol van gedachten over al 't gene wat ik den Theologant vraagen, en bij hem onderzoeken wilde, naderden wij aan zijn wooning. Hij was mede een eerwaardig, doch eenvouwig grijsaart. Hij ontfing ons met alle tekenen van opregt gemeende gulheid; wij zetteden ons bij hem neder.

Wij gingen, zonder door eenige afsluiting belet te worden, in dit weder zeer eenvouwig en hutsgewijze ingerichte verblijf des Kunstkenners binnen, en vernamen daar van zijn vrouw, dat hij zo even op 't land gegaan was, om te melken; maar zij verzocht ons echter allervriendelijkst, zo lang te willen vertoeven, tot heur man terug gekomen zoude zijn; tevens zeggende, dat zij ons terstond eenige spijs zoude voorzetten; want dat zij begreep, dat wij nog geen middagmaal gedaan hadden; ik stond verzet over de groote gastvrijheid en vriendelijkheid dezer vrouwe, en wilde dankzeggen; maar dit was reeds te laat, wijl zij bereids met een schotel versche melk, boter, brood, kaas, en eenige vruchten aan kwam draagen; wij gebruikten ook daadelijk iets daarvan, althands in mijne mijmerende verrukking, meende ik 'er iets van te smaaken; en juist dit onthaal gaf mij gelegenheid, om de frisheid en zindelijkheid dezer spijze te roemen, zeggende dat ik geloofde dat het vleesch dier beesten, welke zo een zoete melk gaven, mede niet onsmaakelijk zoude zijn?