United States or Rwanda ? Vote for the TOP Country of the Week !


De heer Colijn vertrok den 28sten Augustus met een gedeelte van de bevolking, om het omliggende terrein op te nemen, en zoo mogelijk met de buitenwereld buiten Garantah, verbinding te krijgen.

Het flottieljevaartuig Koetei werd naar Taliwang gezonden om den heer Colijn af te halen en deze werd den 7den September naar Laboean-hadji gebracht, waar hij na ruim een uur stoomens aankwam. Direct daarop werd de Koetei teruggezonden om de andere schipbreukelingen naar veiliger oord over te brengen. Den 9den September vertrok de regeeringsadviseur Colijn met het st.

Inmiddels werden de regens minder; op verzoek van den heer Colijn werd den 3den September een detachement militairen van het garnizoen te Taliwang met proviand en lijfgoederen, naar de achtergebleven schipbreukelingen te Garantah gezonden, waar het den 6den September in den middag aankwam.

De Oudshoorn vertrok naar Laboean-hadji om telegrammen van den heer Colijn te bezorgen en assistentie te verzoeken. Intusschen is de wd. gezaghebber den 29sten Augustus met zijn bemanning van Garantah naar de kust getrokken, waar hij den volgenden dag verbinding kreeg met het gestrande schip.

Men stemde op een Christelijke politieke partij; Gereformeerden werden geacht op de Anti-Revolutionaire partij van Colijn te stemmen. Weinige zagen die toen. Sommige aspecten ervan werden als positief ervaren en ze zouden tijdens de oorlog van waarde blijken.

Daar vond hij alles weggespoeld; niets was meer op zijn plaats; alle mondvoorraad door zeewater bedorven of verloren. Gelukkig werden de postzakken, in een stevig dekhuis bewaard, nog intact bevonden en aan wal gebracht. Dienststukken en het reisarchief van den regeeringsadviseur Colijn werden over het geheele schip verspoeld gevonden; later bleek, bij het nazien, dat geen stuk was zoek geraakt.

De eerste bevaring en verkenning had plaats in 1884 door het gouv.-stoomschip Havik met den resident van Ternate van Braam Morris aan boord; voor de tweede maal geschiedde een verkenning in 1900 door het s.s. Camphuys van de Paketvaart en eindelijk in 1906 door het gouv. s.s. Brak met den resident Roos en kapitein Colijn aan boord.

De gouvernementsstoomboot »De Snip«, die den heer Colijn aan boord had, vertrok den 26sten Augustus j.l. van Waingapoe aan de noordkust van Soemba naar Laboean-hadji, aan de Oostkust van het eiland Lombok, om van die plaats een dienstreis te beginnen over het gewest Bali-Lombok.

Den 29sten Augustus werden de pogingen hernieuwd, maar men was niet gelukkiger, zoodat besloten werd naar Garantah terug te keeren, waar men 's middags aankwam, maar de overigen niet meer terugvond, die, zooals boven gezegd, naar het strand waren getrokken. Den 30sten Augustus werd door den heer Colijn met een 4-tal inlandsche matrozen de poging herhaald.

De heer Colijn, voor Sneek ter Tweede Kamer afgevaardigd, is nog altijd in Indië, maar denkt in 't begin van November te repatriëeren, na een diensttijd van zeventien jaren onafgebroken in Indië te hebben doorgebracht.