United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !
Zij droeg eene kroon van wit gebloemte; hare jonge gezellinnen hadden integendeel hunne vlottende haren met eenen groenen krans van maagdenpalm bevestigd. Aan de eene einde der zaal, op eene tafel, zaten drie speellieden: twee doedelpijpers en een bommelaar. Een dans was geëindigd: men genoot een oogenblik rust. Gasten en speellieden hijgden naar hunnen adem.
Deze minstreelen behoorden zichtbaar tot twee verschillige gezelschappen; want elk dezer bestond uit eenen doedelpijper, eenen schalmeier, eenen bommelaar en twee zangers. Zulke gezelschappen volgden gewoonlijk de legers. Gedurende den rusttijd en bij lange avondstonden vermaakten zij de ridders, die hunne kunst zeer vrijgevig loonden.
Jonge gezellen liepen met groote stoopen door de schuur en vulden alle kannen met schuimend gerstebier. Maar nauwelijks had elk zijnen dorst door eenen teug gelescht, of de doedelpijpers en de bommelaar begonnen een aanjagend deuntje, en gaven dus het sein tot nieuw vermaak.