United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen ook Antiochus het onderspit had gedolven, week H. naar Bithynia tot koning Prusias . Ook hier vervolgden hem de Rom. met onverzoenlijken haat, en uit vrees, dat Prusias voor hun herhaalden aandrang zou zwichten en hem in hunne handen zou leveren, maakte H. in 183 door vergif een einde aan zijn leven. Hierom vatte hij een doodelijke haat op tegen het geslacht der Barcini.

Toen deze in 63 door Pompeius verslagen was, werd Pontus, waartoe destijds ook Paphlagonia behoorde, versnipperd. Een deel van het paphlagonische binnenland, met de hoofdstad Gangra, werd aan de afstammelingen van vroegere vorsten afgestaan, doch in 7 met Bithynia vereenigd. Een ander gedeelte, ten Z. der stad Amasea, werd aan Deiotarus, koning van Galatia, geschonken en Pontus Galaticus geheeten.

Tium, Tius, Tion, -os, milesische kolonie op de kust van Bithynia, ten O. van Heraclea Pontica. Tlos, Tlos, stad in het binnenland van Lycia. Tmarus = Tomarus. Er groeide veel wijn, in oude tijden vond men er ook goud. Toga, het overkleed van den rom. burger in vredestijd, dat men buitenshuis droeg en waarvan het gebruik aan ballingen ontzegd was.

Na Constantijns dood verloor deze laatste, aan wien Constantijn de Groote een deel van het rijk toegedacht had, in een soldatenoproer het leven, zie Constantius II. Dalminium of Delminium, hoofdstad van de dalmatische republiek. Damalis, Damalis of he Bous, kaap en vlek in Bithynia aan den thracischen Bosporus, op de plaats waar Io, in een koe veranderd, de zeeëngte overzwom.

Oxathres, Oxathres, broeder van Darius Codomannus, streed roemrijk bij Issus; later onderwierp hij zich aan de Macedoniërs. Oxines, Oxines, kustrivier in Bithynia, die zich in den Pontus Euxinus stort. Oxiones, wilde, half mythische stam in het Noorden van Europa. Volgens andere lezing heeten ze Etiones.

Hij was een man van ongemeene geestkracht, van een ijzersterk gestel, onvermoeibaar, bestand tegen ontberingen en uitspattingen, een goed redenaar, die 22 talen sprak, geslepen van aard, een man, die geen middelen en geen menschenlevens ontzag. Hij schiep zich een machtig leger en eene vloot, maakte rondom veroveringen en vermeesterde Cappadocia en Bithynia.

Gr. ontstond het machtige Seleucidenrijk, dat bijna het geheele aziatische gedeelte van Alexanders rijk omvatte. Bithynia, Paphlagonia, Pontus en Cappadocia erkenden Seleucus' opperhoogheid, Pergamus stelde zich in 284 onder zijne bescherming. Van nu af aan is Syrië een rijk van ondergeschikt belang.

Hij bestreed in dit jaar, doch vergeefs, het wetsvoorstel van Gabinius, om aan Pompeius de uitroeiing der zeerooverij op te dragen. Daarop ging hij naar de provincie Bithynia, met de bestemming Lucullus in het opperbevel in den mithradatischen oorlog op te volgen. Hij verrichtte echter niets en werd door de komst van Pompeius spoedig van zijne taak ontheven.

Omstreeks 278 had Nicomedes I van Bithynia, om zich tegen Pergamus en Syria staande te houden, drie kleine rondzwervende gallische stammen in dienst genomen: de Tolistoboii, de Tectosages en de Trocmi.

Dichterlijk bistonisch = thracisch, Bistonides = Bacchanten, omdat de Bacchusdienst in Thracia te huis behoorde. Bithynia, Bithynia, land aan de Zuidwestzijde van den Pontus Euxinus en de Oostzijde der Propontis, begrensd door Paphlagonia, Galatia en Phrygia.