United States or Afghanistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het Frankisch-Romeinsche type, of de "Zuidlimburgsche hoeve" begint in Hollandsch Limburg bezuiden Venloo. De rangschikking der gebouwen is als volgt: de hoeve in haar geheel is steeds omgeven door een muur met een ingang en enkele vensters aan de zijde van den grooten weg. De gebouwen liggen om een rechthoekige, ongedekte mestvaalt.

Op een mythische verklaring van een natuurverschijnsel wijst onze zegswijze "de duivel slaat zijn wijf", als het regent en de zon schijnt. In Belgisch Limburg noemt men hem veelal kortweg "het kwaad." De duivel is pikzwart en draagt bokshoorns, bokspooten of paardenhoeven; men denke aan de betrekking van den bok tot de heksen en aan de Zuidlimburgsche bokkenrijders.

In Nederlandsch Limburg begint dus het gebied der afzonderlijke hoeven benoorden Roermond en valt min of meer samen met dat van het Frankisch-Keltische huis, waarover naderhand meer. Men treft echter weer afzonderlijke hoeven aan in de zuidlimburgsche zijdalen: Geuldal, Geleendal enz.

Hiernaast komt voor: priktol in Nederland, pindop in België, dop in Nederland en België. Het woord drieftol vindt men in Nederland benoorden het Noordlimburgsche Afferden; de Zuidlimburgsche benaming voor den drijftol is kokerel, met talrijke varianten.

Over het grondtype der Romeinsche villae vindt men een uitvoerige beschrijving van de hand van Dr. J. H. Holwerda in Elzeviers Maandschrift 1907. In weerwil van de vele punten van overeenkomst is het niet onmogelijk, dat andere faktoren op den bouwtrant der Zuidlimburgsche hoeven hun invloed hebben doen gelden. Zulke faktoren kunnen volgens Dr.