United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar deze zinnelijke aantrekkelijkheid vrijwel uitsluitend uitgaat van de uiterlijke, lichamelijke hoedanigheden, van de lichaamsvormen en het geheele uiterlijk voorkomen, en wijl het zinnelijk aantrekkelijke schoon wordt genoemd, zijn zulke idealen tevens schoonheids-idealen. Elke tijd nu, elk volk, elk ras, elke leeftijd en elk milieu heeft zijn eigen schoonheids-idealen in dezen zin.

Ge zult eens zien, zei hij, wat Rupert van Fran zal maken! Hij zei dat met een trots, die me dikwijls blij maakte over wat ik me toen van Fran's geluk kon voorstellen. Ondertusschen merkte ik dat hij soms ziek scheen, koortsig was en dan, telkens, zinnelijk opgehitst .... Fran kwam van haar reis terug .... arme Fran! Pastoor Doening hief zijn hoofd op, staarde mevrouw Verlat lang in de oogen.

De gezonde man in de volle kracht des levens gevoelt zich zinnelijk alleen aangetrokken tot de tot vollen lichamelijken wasdom gekomen volrijpe vrouw. De afgeleefde en uitgeputte zinnelijkheid van den grijsaard voelt zich daarentegen slechts aangetrokken tot de geslachtelijke onrijpheid; alleen de boezem die zich nog pas flauw begint te ronden, lokt hem aan. Evenzoo is het gesteld met de vrouw.

Het was allerbeminnelijkst onpractisch. Wanneer het niet door hevige aandoeningen was gedreven, leefde het zoet droomend voort, genoeg hebbend aan zonneschijn, aan bloemengeur en aan zinnelijk kunstgenot. Genoeg? Niet altijd. Daar waren tijden van krijg, van natuurrampen of van verwoesting door den oorlog, en dan was er gebrek en ellende, door geen wijs overleg voorkomen of gelenigd.

Dat de vrouw minder zinnelijk is dan de man blijkt ook weer hieruit, dat men nimmer hoort van vrouwen, die alle mannen onvoorwaardelijk mooi vinden.

De eerbied voor de vrouw werd vooral in Zuid-Frankrijk opgeschroefd tot een vrouwendienst waarin het zinnelijk element zich krachtig deed gelden; de hoofschheid, die gaandeweg de vroegere ruwheid had vervangen, werd galanterie; de losheid, loszinnigheid en die: losbandigheid.

Het valt niet te loochenen, dat de Apen boosaardig, listig, gluiperig, opvliegend, wraakzuchtig, in alle opzichten zinnelijk, misnoegd, twistziek en heerschzuchtig, prikkelbaar en ontevreden, in één woord hartstochtelijk zijn; men mag echter niet vergeten, hoe verstandig en vroolijk, zachtaardig en teeder, vriendelijk en vertrouwelijk ten aanzien van den mensch zij zich dikwijls betoonen, hoeveel genoegen zij hem verschaffen door hun gezelligheid en vermakelijken ernst, door hunne vaak zeer onschuldige grappen en plagerijen, hoeveel moed zij laten blijken, waar het welzijn van anderen op het spel staat, hoe dapper zij het gezelschap, waartoe zij behooren, verdedigen, zelfs tegen vijanden, die machtiger zijn dan zij.

't Was er weer, droog in zijn keel en brandend binnen in zijn handen, dat verlangen naar bevrediging van zijn zinnen en zijn ziel tegelijk, in één supreem moment. Maar telkens vlamde 't zinnelijk begeeren boven zijn ziels-verlangen uit en sloeg lauw-verdoovende walmen op naar de hooge lanen waar zijn gedachten gingen, die dan verbijsterd dwaalden en tastten naar verruiming....

Libentina, bijnaam van Venus, als godin van zinnelijk genot. Meer in het bijzonder is hij god van den wijnbouw, en in de tijden van den wijnoogst worden te zijner eer allerwege in de steden en op het land vroolijke feesten gevierd.

En als zulk een ongelukkige met een heftige gemoedsgesteldheid en een zinnelijk hart geboren wordt, zoo zal, zonder den verzachtenden invloed der toonkunst, tengevolge der bloot lichamelijke oefeningen, zijne teugelloosheid steeds toenemen.