United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


In 1627 aan de kust van Korea aangeland, ging hij met eenige schepelingen aan wal om water te halen. Jan Weltevree werd toen door de Koreërs gevangen genomen en als "een Zuidelijke wilde" aan den koning van Korea ten geschenke gegeven.

Zoo laat hij in het verhaal van de ontmoeting met den lang te voren in Korea gestranden landgenoot Jan Janse Weltevree, dezen zeggen dat hij "ao 1627 met het jacht Ouwerkerck naer Japan gaende door contrarie wind op de Cust van Corea vervallen" was, terwijl vaststaat dat dit schip toen niet in die streken is geweest . Uit hetgeen te Nagasaki is aangeteekend in het daar gehouden dagregister , blijkt evenwel dat de schipbreukelingen van "de Sperwer" bij hunne verschijning aldaar de toedracht van Weltevree's komst in Korea volkomen juist hebben verteld, zoodat mag worden aangenomen dat Hamel zich enkel aan een onnauwkeurigheid heeft schuldig gemaakt bij de beantwoording van de vragen der Japansche autoriteiten en toen hij later Weltevree's avontuur te boek heeft gesteld.

Int begin van Maert zijn wij uijt des Conincx stad te paert vertrocken, bijden veelmaelgene Weltevree ende andere bekende tot aende rivier een mijltje buijten de stadt uijtgeleij gedaen.

Als een Koreaansche gevangenis niet beter was dan een Chineesche, kan het niet verwonderen dat Europeanen het daarin niet lang hebben uitgehouden. Vreemd komt het voor dat ook Weltevree niets over het lot der gevangen landgenooten heeft kunnen of willen vertellen.

Immers wisten zij te vertellen van een Oostersch land waarin, voor zooveel bekend was, tot nog toe geen enkele Europeaan was doorgedrongen en met welks bevolking zij daarentegen dertien jaren lang in nagenoeg volle vrijheid hadden verkeerd; het verhaal van het leven dat zij en hunne kameraden daar hadden geleid, eerst op het eiland waar zij aan wal waren gesmeten en daarna op het vasteland van Korea, zal door hunne toehoorders met spanning zijn gevolgd en aan dezen menige vraag in den mond hebben gegeven welke eveneens opkomt bij het lezen van het te boek gestelde verslag, maar het antwoord waarop ons blijft onthouden; het relaas van hunne wederwaardigheden, van hunne avontuurlijke vlucht en vooral van hunne ontmoeting met een landgenoot, Jan Janse Weltevree, die ruim een kwart eeuw vóór hen in Korea was gestrand, zal een diepen indruk hebben gemaakt.

Dat Hamel zelf waarschijnlijk reeds te Nagasaki ons archiefstuk heeft nagezien, staat bovendien voor ons vast. Als de tijd verloopen sedert de beide lotgenooten van Jan Janse Weltevree om het leven waren gekomen, is namelijk eerst geschreven: "19

Deze werden eerst met rijstwater gelaafd en toen voor den koning gebracht, die hen door Jan Weltevree liet ontvangen. Hoewel Jan in de groote neuzen, roode baarden en witte gezichten, onmiddellijk zijne landgenooten herkende, kon hij in den beginne toch niet met hen praten, omdat hij zijn moedertaal vergeten was. Eerst na een maand omgang met deze Hollanders, kon hij zich weder verstaanbaar maken.

zijn, verdeelt, 2, 3 a 4 tot yder; soo drae verdeelt waren wierden 't samen voorden Coninck gebracht, die ons door den voorn. Weltevree over ons als hooffden, om van alles op hare wijse te onderrechten ende opsicht over ons te hebben, gaf yder twee stucx hennippe lijwaet om ons daermede voort van alles te voorsien, ende 't maeckloon vande clederen te betalen.

Een Amerikaansch schrijver, Griffis, vertelt daarvan in zijne geschiedenis van Korea, "dat een groote, blauwoogige, rood-gebaarde robuste Hollander, Jan Weltevree genaamd, geboren in de stad De Rijp in Noord-Holland, in 1626 in Texel aan boord ging van het schip "De Hollandia", met het doel schatten uit Japan te halen.

Aan boord van dit schip, "De Sperwer", bevond zich Hendrik Hamel, die later de geschiedschrijver werd van hunne avonturen en van die van Jan Weltevree. In 1654, gedurende een hevige typhoon, leed dit schip, nabij de kust van Korea, schipbreuk, waarbij 36 van de 64 opvarenden levend aan land spoelden.