United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


De kleine, uit distelstengels gebouwde hut waarin de soldaten sliepen, was tegen wind noch regen bestand; bij regen was inderdaad het eenige gevolg, dat het dak het water tot grootere druppels verdichtte.

De giek, die in de grootste stilte door Mars bestuurd en gevoerd werd, verliet het loofdak, waaronder zij verscholen was geweest, en stevende door de wieling, welke daar bij die kaap gevormd werd. De mist verdichtte zich al meer en meer, hoewel hij het zwakke bleeke licht van den aanbrekenden dag niet weerhield, maar toch aanmerkelijk temperde.

De zonnenevelvlek verspreidde aan den donkeren oneindigen hemel een flauw licht, en terwijl zij zich gestadig naar haar middelpunt verdichtte, gaf de aardsche nevelvlek, uit haar voortgekomen, een even flauw licht, terwijl zij in den tijd van een jaar om de zon heenwentelde.

De zon ging onder en eene zachte koelte, die tegen den zuidkant van den berg blies, mengde haren stroom met de koudere bovenlucht, tengevolge waarvan de damp zich verdichtte; maar op het oogenblik, dat de lichte wolkkringen over den rand zweefden en onder den invloed kwamen der warmere atmospheer aan de noordelijke helling, losten zij zich terstond weer op.

Sedert de geboorte der aarde, sedert het tijdstip, waarop zij, losgerukt van de zonnenevelvlek, als planeet een zelfstandig bestaan verkreeg, en zich tot eenen bol verdichtte, afkoelde, vast en bewoonbaar werd, zijn zóóvele millioenen jaren voorbijgegaan, dat de geheele geschiedenis der menschheid bij dien ontzaglijken tijdkring in het niet verzinkt.

Onze planeet moet, zooals uit de wijze van haar ontstaan volgt, eene temperatuur gehad hebben, overeenkomende met die der zon; langzamerhand moet zij begonnen zijn af te koelen, terwijl zij zich nog steeds verdichtte; daarop is zij van gasvormig vloeibaar geworden, en moet het tijdstip zijn aangebroken, waarop hare oppervlakte begon vast te worden.

Alles wat de kloosterling van vroeger tijden over den dood gemediteerd had, verdichtte zich nu tot een uiterst primitief, populair en lapidair doodsbeeld, en in die gedaante wordt in woord en figuur de gedachte aan de menigte voorgehouden.

Zoo was 'k als opgeslorpt, maar 't ging voorbij; En, als de dampen, wen de zon verzinkt, Zich weer in dropplen zaamlen op de pijnen, En sidderend als zij, verdichtte zich Mijn wezen in den diepen nacht; en wijl De stralen der gedachte langzaam weer Verzameld werden, kon 'k zijn stem nog hooren, Wier tonen talmden voor zij henenstierven Gelijk voetstappen van een zwak geluid.