United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar toen de wind, die van den zeekant woei, de rookwolken voor een oogenblik van een scheidde en als uitgerolde wimpels over de landtong heen deed zwaaien, ontdekten zij de kloosterlingen, die in een breeden kring op het binnenplein bijeenverzameld stonden en zich met een hardnekkigen moed verweerden tegen de krijgsknechten, die hen van alle zijden bestookten.

Nu maakt men van bijna 4 o. boter, 4 eijeren, wat water en zout, met het noodige meel, een stijf deeg dat men goed dooreenwerkt; men bestrijkt een schotel of vorm met boter, bestrooit dien met gestooten beschuit, en legt er een dikken lap van het uitgerolde meel in, die over den rand heen moet hangen.

Op het uitgerolde deeg legt men nu de harde boter, slaat het deeg over de boter over elkaar, rolt het luchtigjes uit, slaat het deeg weder over elkander, rolt het weder uit en gaat daarmede voort, het deeg telkens met de linker- en rechterzij over het middendeel slaande en telkens weer uitrollende; dit moet minstens 6 keer zijn geschied.

De een moet het deeg tot kleine koekjes vormen; een ander begint ze uit te rollen en schuift ze dan naar haar buurvrouw, die een kleinere rol in de hand heeft, tot die het uitgerolde deeg weer aan iemand anders overdraagt voor een laatste rolling. Als dat gebeurd is, blijkt het deeg bijna zoo dun als postpapier en zoo groot als de houten hoepel van een kind. Dan kan het worden gebakken.

Hiermede bedekt men het uitgerolde deeg, dat met opstaanden rand in den vorm is gelegd; maakt er volgens No. 44 een ruitwerk over, bakt de taart bij den eersten warmtegraad, en geeft haar warm op tafel. Linzertaart.

Over den rand heen werd in de rivier gewasschen en gebaad; op uitgerolde matten werd geslapen en gedobbeld; vrouwen zaten elkanders haar schoon te maken; kinderen speelden op de stille manier van hun slag; tegen zonsondergang verschenen mannen op de plecht, spreidden een matje uit, en verrichtten met knielen, terneerbuigen van het voorhoofd tot den grond toe, en weder opstaan, het Moslemgebed.

Rol den lap deeg opnieuw dun uit, telkens plank en rol met meel bestrooiende en boter op het uitgerolde deeg doende, totdat boter en meel verbruikt zijn. Taartendeeg I. Men kneedt 250 gram boter, 125 gram suiker en 375 gram gezeefde tarwebloem en 2 eieren tot een stevig deeg, dat men met een korstrol op een met bloem bestrooide plank breed uitrolt.