United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op een hooger peil geland, treedt de mensch den Paradijsstaat weer binnen. Wergeland geloofde in zijn volk. Laat hem in zijn poëem met luchtbeelden schermen, achter de woorden en over elkaar tuimelende symbolen klopte wel degelijk het hart van een man. Hij had de zienersgaaf, en den moed in een dorren tijd om te zijn: een volksman.

Nog heden zegt onze zeeman, als hy bruinvisschen en tuimelaars, volgens de gewoonte van die dieren in groote scharen vereenigd, al tuimelende en buitelende ziet voortzwemmen: »kijk! de boer met z'n varkens!" De Franschen noemen den tuimelaar ook marsouin. Dit is eene verwaalsching van het friesche woord mar-swiin, meer-zwijn.

Want wanneer hy van den slottoren staarde, zag hy zich ingesloten door een zee van tenten en paviljoenen, waarvan slechts vijandelijke wimpels en banderollen woeien; en wanneer in de verte een oprijzende stofwolk, of het flitsen der zonnestralen op stormkappen en speerpunten, de aannadering van krijgsknechten vermeldden, dan moest hem dit een verdrietelijk en onrustbarend gezicht zijn: hy had geen machtige bondgenoten, met wier hulp tot ontzet hy zich vleien mocht, en zijn broeder van Egmond, hoe ridderlijk en onvertsaagd hy was, mocht een storm helpen afslaan, en de tuimelende vijanden doen vloeken op »Jan met de bellen." hy vermocht toch geen gantsch leger te vernielen, al deden dat ook zijne nobele voorbeelden: de Paladijnen der Arthur- en Karel-romans.

De stilte was zwaar, soms een korte pooze verbroken door 't heftig loeien van den wind en 't bulderend rollen der tuimelende baren van den hollen vloed. Geertens moed nam af. Hij vond zich-zelven laf, futloos-laf!: een ongekend gevoel voor hem. In zijn beneveld denken klaarde geen enkel beeld.