United States or Senegal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op de weiden, waar boterbloemen en reukelooze viooltjes in massa bloeien, liggen langs de erdoor gaande, nauwelijks gebaande wegen overal kabeljauwen en vierels van dolfijnen te drogen.

Wie kent dezen lieven bloemstruik niet, wiens sierlijke, hoewel reukelooze, roode, paarse of witte bloemen, hetzij alleen, hetzij in trosjes, naar beneden hangen en somtijds bij honderdtallen aan één plant gevonden worden? De roode of witte kelkbladeren staan horizontaal, of zijn om het vruchtbeginsel teruggeslagen. De bloembladeren vormen meestal een trechtervormige kroon.

De kleinbladerige, laag groeiende soorten bloeien slechts zelden, en hebben kleine, onaanzienlijke bloemen; de grootbladerige daarentegen hebben tamelijk groote, uit de bladoksels ontspruitende aren, uit talrijke, blauwe of witte reukelooze bloempjes bestaande.

Het zijn kleine planten, zonder schijnknollen, doch met mooi geteekende bladeren, en zeer fraaie, reukelooze, meestal op een stevigen steel alleen staande bloemen. Deze verschijnen gewoonlijk gedurende den winter en haar waarde wordt nog verhoogd, door haren langen bloei. Iedere bloem blijft gemiddeld twee maanden en nog langer goed.

Dit is een algemeen bekende Japansche bloemstruik, die om zijn, wel reukelooze, maar fraaie groote schermen vormende bloemen zeer gezocht wordt. Al de variëteiten kenmerken zich door deels geslachtelooze bloemen, aangezien die bloemen, waarin meeldraden en stampers voorkomen, als sierbloemen geen waarde hebben.

Jammer is het, dat deze soort nogal behoefte heeft aan warmte, en al groeit zij bij een goede behandeling ook in een kamer, in bloei komen zal zij daar zelden of nooit. Van grooter waarde is voor den liefhebber de Cereus nycticalus, die niet veel minder schoon bloeit dan de voorgaande soort, doch met een reukelooze bloem.

Deze hebben wel is waar reukelooze bloemen, maar die veel grooter zijn; bovendien groeien deze laag blijvende heesters bossiger, bloeien ze veel rijker en zijn ze minder gevoelig. Ook deze komen in vele kleuren voor. Ze zijn voor kleine tuinen als geknipt en een perkje met een tien- of twaalftal bezet geeft tijdens den bloei een zeer fraai gezicht.

De zeer teere, steeds reukelooze, maar edele bloemen mogen niet bespoten of aangeraakt worden, daar zij dan vlekken krijgen en haar schoonheid inboeten. Houdt men de Camellia's vochtig, dan krijgen zij leelijke gele en geel gevlekte bladeren of er ontwikkelt zich een fungus op, de zoogenaamde "roestdauw", waardoor de bladeren aan de achterzijde bruinvlekkig worden.

Zij hebben fraaie, gevederde bladeren en vurig roode, reukelooze bloemen, die in trosjes uit de bladoksels ontspringen en naar beneden hangen. De bloeitijd valt in de lente en den voorzomer. De meest verspreide soort is de Clianthus puniceus, de schoonste zeker wel de Clianthus Dampieri; deze draagt groote, scharlakenroode bloemen met een zwart purpere vlek op de vlag.

Dit is een sierlijke struik, met kleine, ovale blaadjes en lieve, reukelooze bloempjes, die het gansche jaar door, doch bij voorkeur gedurende den winter verschijnen. De Agathæa behoort tot de asterachtige samengesteldbloemige planten. De op lange stelen steeds alleen staande bloemen bestaan uit gele schijf- en blauwe straalbloempjes, wat een zeer fraaie vereeniging van kleuren vormt.