United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tijdens den hongersnood in den winter van 1845-'46 gingen de boeren van Esthland, Lijfland en Koerland in grooten getale tot den staatsgodsdienst over, om eenige ondersteuning te verkrijgen.

Men heeft dikwijls verhaald, hoe een Russisch gezant uit Esthland eens aan het Spaansche hof, toen er van welluidende talen sprake was en men het welluidende van het Portugeesch, het Italiaansch en het Spaansch geciteerd had, de volgende Esthnische of Finsche woorden uitsprak: "pois ssaïda tassa ülla sülla," en den aanwezigen verzocht hem te willen zeggen tot welk genre zij den inhoud dezer woorden rekenden te behooren, Zij dachten dat het het begin van een episch of lyrisch gedicht was en stonden niet weinig verbaasd, toen de Noor hun den volzin vertaalde, die niets meer of minder beteekent dan: "hallo! domme knaap, rijd langzaam over de brug." eene phrase, die men men op de slechte wegen dier landen zich dikwijls genoeg genoodzaakt ziet, den postillon toe te roepen.

Dit zijn ten eersten de Finnen in de nu bij voorkeur "Finland" genoemde Russische provincie, vervolgens de Kareliërs in het Oosten en Noorden, de Ingern ten Zuiden van Petersburg, en eindelijk de Esthen in Esthland. Al deze stammen waren als oorspronkelijke bewoners aan weerszijden en rondom de groote golf, die met veel recht naar hen de Finsche genoemd is geworden.

Ook de andere, nu Russische Oostzee-provinciën, zijn door de Skandinaviërs, zooals vermoedelijk dikwijls in oude tijden, zoo ook in de latere eeuwen nog herhaalde malen meer of minder lang beheerscht geworden; zoo Esthland het eerst door de Denen in de 13de eeuw, later weder door de Zweden in de 16de en 17de eeuw tot op Peter den Groote; en even zoo ook Lijfland (maar niet zoo lang) in de 17de eeuw door de Zweden. Ja! in het begin der 18de eeuw, scheen het een oogenblik, alsof een tweede Rurik, een karakter dat zeer veel overeenkomst had met dat der oude Wikingers en Warägers, de avontuurlijke en heldhaftige Karel

Ook de groote Herder en later de scherpe denker Arthur Schopenhauer, zijn den Duitschers uit die Noord-Oostelijke provinciën geworden, even als zij reeds vroeger den grooten Copernicus, uit een Westfaalsch geslacht, hebben voortgebracht. Zelfs Koer-, Lijf- en Esthland hebben aan de Duitsche literatuur en wetenschap, menigen geleerden onderzoeker en dichter geschonken.

Een Duitsch geleerde heeft kort geleden onder de Finnen aan het meer Peipus, bij Dorpat en in verscheidene deelen van Esthland, eene menigte merkwaardige Finsche spreekwoorden bijeen verzameld, en eenige uit deze verzameling, die ik hier wil mededeelen, zullen voldoende zijn, om zoowel de scherpzinnigheid als den wijsgeerigen geest dezer menschen, te doen uitkomen: "Eerst zaaien, dan maaien."

Meer of minder veelvuldig ontmoet men hem thans nog in alle Duitsche middelgebergten, niet zeldzaam is hij in het Vogtland, Sauerland, Odenwald, de Mark en Lausitz, in Silezië, Posen, Oost- en West-Pruisen, Pommeren, Hannover en op sommige plaatsen van Noord-Sleeswijk en Jutland, eveneens veelvuldig in het geheele Alpengebied, in Bohemen, in Schotland, gemeen in Lijfland en Esthland, in Skandinavië en Rusland, alsmede in Siberië tot in het Amoergebied.

In de afgelegene provinciën Lijf-, Koer- en Esthland, waarheen de Duitschers nooit in groote menigte kwamen, heeft zich de vreemdsoortige grondbevolking op het land staande gehouden, terwijl in de talrijke sloten en steden, nog heden Duitsche burgerlijke en adellijke geslachten bloeien.