United States or Niue ? Vote for the TOP Country of the Week !


O, gisteren is hij bij de Diemerschans door de Spanjaarden gevangen genomen, en wreedaardig als zij zijn, zullen zij hem wel gedood hebben..." Doodsbleek hoorden Aelbert en Marten deze vreeselijke tijding aan, en Aelbert drongen de tranen in de oogen. »Arme, arme vader," mompelde hij zacht, en in zijne verbeelding zag hij reeds, hoe de vijanden den ongelukkige hadden doodgemarteld...

Het toepassen van dit middel verdient echter afkeuring, niet alleen omdat de Ratten door het vergif op een wreede wijze doodgemarteld worden, maar ook, omdat zij dikwijls een deel van het door haar gebruikte voedsel weer uitbraken, en zoodoende in sommige gevallen de voedingsmiddelen, die men tegen hen beveiligen wil vergiftigen, en het leven van andere dieren of van den mensen in gevaar brengen.

Daar is Emmeline nu, zij doet haar best om standvastig te blijven, en gij ook maar wat baat het? Gij moet het opgeven, of gij zult langzaam doodgemarteld worden." "Welnu, ik wil sterven," zeide Tom. "Laten zij het rekken, zoolang zij kunnen, zij kunnen toch niet beletten dat ik eens sterf en daarna kunnen zij niets meer doen; ik ben nu gerust.

Dit feit verwekte groot opzien in geheel Soudan: niet zoozeer als eene barbaarsche gruweldaad, maar veelmeer als een merkwaardige tour de force. De andere krijgsgevangenen werden op den bazar te Khartoem, met uitgezochte wreedheid, doodgemarteld.

Hij nam een touw met knoopen er in en geeselde zich daarmee, om het kwaad, zoo mogelijk, er uit te sláán. Eten deed hij weinig en uiterst sober. Een stuk brood en een haring was doorgaans zijn heele maal. »Als het nog langer geduurd had, zou ik mij zeker doodgemarteld hebbenheeft hij later zelf van dien tijd gezegd.

Uit de verschillende uitroepen, uit de opgewondenheid die deze mededeeling bij hen teweegbracht, konden die drie mannen ontwaren in welk een roep zij bij deze Roodhuiden stonden. Toen de Yampa's hoorden, dat er ruim twintig blanken doodgemarteld waren, dachten zij, dat het de gezochten waren, en verlangden zij de lijken te zien. Men kwam met brandende fakkels, om aan hun verlangen te voldoen.

Welk een troost in allen nood, Welk een roem in alle schande, Waar we, trouw tot in den dood, Vallen als eene offerande! Maar hoe zelden gunt ons 't lot, Grootsch te lijden, grootsch te sneven, Met den gloriepalm tot God Als een aadlaar op te zweven! Ach, hoe pijnlijk, dag aan dag Vaster in den strik gesparteld, Niet te vallen door één slag, Maar door naalden doodgemarteld!