United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Breekt men de kweekbolletjes voorzichtig weg en plant men ze gezamenlijk in een pot of schaal, dan kan men, wanneer zij het tweede jaar in afzonderlijke potjes worden geplant, er voor het venster zeer goed bloeibare bollen van kweeken. In de laatste jaren wordt de Vallota meer en meer op waarde geschat en de bollen worden zelfs in grooten getale ingevoerd.

Des zomers moet deze plant buiten gekweekt worden, gedurende den winter verlangt zij een licht vertrek met een temperatuur van 40-45° Fahr. De plant moet gekweekt worden in een zwaren, goeden grond. Men doet wijs, zich direct bloeibare planten aan te schaffen, daar de voortkweeking uit zaden, voor kamercultuur, zeer weinig loonend is.

Bij dezen tweeden zomersnoei verwijdert men ook de zwakke, niet bloeibare twijgjes, terwijl de sterkere en uitgebloeide twijgen voldoende worden ingesneden. De zich in den bladoksel bevindende oogen beginnen nu uit te loopen en spoedig verkrijgt men een tweeden, niet minder fraaien bloei. De Rozen worden op verschillende wijzen gegroepeerd.

Snijdt men een bloeibare kiem door, dan vindt men er niet alleen de bladeren, maar in het hart ook den aanleg van de bloem in. In enkele streken van Holland worden de Convallaria's bij millioenen gekweekt en vooral die zijn aan te bevelen, welke door haar blanke wortels toonen op zandgrond gekweekt te zijn.

De potten met kleine, nog niet bloeibare bollen, kunnen tot aan de lente in een koele achterkamer blijven staan, de bloeibare planten kunnen echter, na eenigen tijd gerust te hebben, in een warmer vertrek gezet worden. Het ligt in de hand van den liefhebber om den bloei te bespoedigen of te vertragen. Zet men de bollen warm, zonder ze te begieten, dan zullen de bloemstengen zich weldra vertoonen.

Een andere wijze, om planten kunstmatig te vermenigvuldigen, is door middel van afleggers. Deze bewerking wordt hoofdzakelijk toegepast op fijne Anjelieren, en wanneer men een weinig zorgzaam is, zijn de kansen op goede resultaten zeer groot. De Anjelieren ontwikkelen des zomers, nevens de bloeibare stengels, nog een aantal met blad bezette scheuten, die in het tweede jaar pas bloeibaar worden. Deze scheuten leveren gedurende en na den bloeitijd, de afleggers. Allereerst moet men zorgen voldoende potruimte voor het afleggen te hebben, waarom men de Anjelier eerst in een grooteren pot verplant, wat men zoo doet, dat de oppervlakte der aarde eenigszins losblijft. Men neemt nu de sterkste van de af te leggen scheuten, en maakt onder een blad een overlangsche insnede, zoodanig, dat deze eindigt onder het inplantingspunt van het volgende bladpaar, en de scheut ongeveer tot de helft is ingesneden. Men buigt nu dezen scheut naar beneden en legt hem met de insnijding in de aarde. Om te zorgen, dat hij zich niet weer opricht, bevestigt men hem in den grond met een houten haakje. Van iedere plant kan men zooveel afleggers maken, als er goede scheuten aan zijn en als er ruimte in den pot is. Na verloop van vier

Groeien zij goed, dan kunnen zij een paar keer per jaar in goede nogal zware aarde verplant worden. Vertoont zich ongedierte, dan moet dit dadelijk verwijderd worden. De vermenigvuldiging geschiedt door stekken. Dit is echter den liefhebber niet aan te raden, daar zij wel op een warme standplaats wortelen, doch zich in de kamer niet tot bloeibare planten laten opkweeken. Gardenia.

De Phyllocactussen worden nooit door veredeling voortgekweekt, daar de zaden zeer gemakkelijk opkomen en in korten tijd tot mooie bloeibare planten opgroeien. Ook het voortkweeken van stek gaat zeer gemakkelijk, zoodat men dan ook bij de liefhebbers steeds zelfgekweekte planten aantreft.

Clotilde Soupert, met tamelijk groote, rose bloemen. polyantha multiflora, een enkel- en gevuldbloemig dwergroosje, met witte of rose bloemen, dat interessant is, omdat in de kamer, in enkele maanden bloeibare planten uit zaden kunnen worden gekweekt. Paquerette, zeer rijk bloeiend met witte bloempjes. Cathérine Mermet, met vleeschkleurige bloemen. Etoile de Lyon, met gele bloemen.

Daar de bladeren der Tuberoos zeer gemakkelijk breken, waardoor de plant minder mooi wordt, moet men zeer voorzichtig met haar omgaan. De uitgebloeide Tuberoos heeft geen waarde meer, daar de bol, na gebloeid te hebben afsterft. Men kan ze dus niet voortkweeken, maar moet ieder jaar bloeibare bollen aankoopen. Sternbergia.