United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit alles gebeurde op klaar lichten dag. Andere, nog vermeteler feiten waren juist om hun vermetelheid bij het volk verdacht. Den 4 April 1832 klom een voorbijganger op den straatpaal aan den hoek der straat St. Marguérite en riep: "Ik behoor tot Babeuf!" Maar onder Babeuf vermoedde het volk den politieprefekt Gisquet. Onder andere zei deze voorbijganger: "Weg met den eigendom!

Er is een punt, waar delven begraven is en het licht uitgaat. Onder al deze mijnen, welke wij hebben aangewezen, onder al deze galerijen, onder dit ontzaggelijk groot, geaderd, onderaardsch werk van den vooruitgang en der utopieën, is dieper in de aarde, lager dan Marat, veel lager dan Babeuf, lager, veel lager en zonder eenige gemeenschap met de hoogere galerijen, de laatste galerij.

Dit hol kent geen wijsgeeren; zijn dolk heeft nooit een pen versneden. Zijn zwartheid heeft niets gemeens met de edele zwartheid van den inkt. Nooit hebben de vingers der duisternis, die zich onder dit verstikkend gewelf krommen, een boek doorbladerd, een dagblad opengeslagen. Babeuf is voor Cartouche een werkgever; Marat is een aristocraat voor Schinderhannes.

Onder Jan Huss is Luther; onder Luther is Descartes, onder Descartes is Voltaire, onder Voltaire is Condorcet, onder Condorcet is Robespierre, onder Robespierre is Marat, onder Marat is Babeuf. En zoo gaat het voort. Lager, aan de grens, die het onduidelijke van het onzichtbare scheidt, ontwaart men onbestemd andere donkere mannen, die misschien nog niet bestaan.