United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tusschen twee haakjes; in zeker opzigt heb ik nog al eenige overeenkomst met dien man, hoe zoo? zult gij vragen, wel hij was zoo wel als ik met de jicht gekweld, zoo zelfs, dat hij in 1676 voor het opperbevel van het leger moest bedanken. In een andere zaal zijn de beelden meestäl afgietsels, en eenige kopijen van marmer; deze dienen bijzonder voor de teekenschool, die ook in dit gebouw is.

In 't jaar 1663, werd eene nieuwe Maatschappy, onder het opzigt van den Request-meester LA BARRE, opgerigt. Dezelve bezat een capitaal van niet meer dan twee maal honderd duizend gulden: maar de hulp der Regeering stelde haar in staat, om de Hollanders, die zig aldaar onder het geleide van SPRANGER hadden nedergezet, toen zy dit Land door deszelfs eerste bezitters hadden zien ontruimen, uit deeze bezitting te verjagen. De Indianen waren na het vertrek der Franschen in het Eiland te rug gekeerd, maar SPRANGER noodzaakte hen, om naar Terra-Firma de wyk te nemen. Hy verbeterde de vestingwerken, deedt groote uitzuiveringen en voordeelige bebouwingen der landen. Na dat deeze Maatschappy onder het opzigt van BARRE een jaar bestaan had, maakte zy een gedeelte uit van de groote Maatschappy, die de grondslag was van alle die Maatschappyen, welken men voor Africa, en voor het Nieuwe Weereld-deel had opgerigt. In 't jaar 1667, wierd Cayenne aangevallen, geplonderd, en wederom verlaten door de Engelschen, en de vluchtelingen namen het weder in bezit, om het zig, in 't jaar 1772, andermaal te zien ontweldigen door de onderdanen der Vereenigde Nederlanden, die het echter niet langer, dan tot in 't jaar 1676, behouden konden. Te dier tyd werden zy door den Marschalk D'ETR

En als de Stromboli en de Etna ons de zeeslagen herinneren van 1676, toen de Ruyter sneuvelde, dan doemen in straat Soenda de schimmen voor ons op van onze "Jannen," in hunne worstelingen tegen inlanders, Portugeezen en Engelschen. Ja, er is voor ons Nederlanders geen plek ter wereld zoo klassiek als Straat Soenda.

In het jaar 1676 was men bezig om op de vredehandeling der Europische Prinsen, die in 't voorgaande jaar te Nieumegen was begonnen, alle geschillen, door welke Europa in de grootste verwerringe gebragt was, te beslechten; terwyl de geweldige oorlogstrompetten noch al geen minder krygstoerusting verkondigden, als voorheenen.

Brandt, Leven van de Ruiter, 382, 480. In 1676 was een Jacob Stellingwerf 1e Luit. op het schip Oostergoo. Zoo vinden wij in 1652 een Kapitein Sipke Fockes en in 1665-1673 Anske Fockes. Brandt, 444. De zelfde noemt bl. 183, 193, 196 ook den Kolonel Ernst van Aylva en den Kapitein Hemmema, die in 1659 den togt naar Zweden mede maakten, doch denkelijk bij het krijgsvolk behoorden.

In 't jaar 1663, werd eene nieuwe Maatschappy, onder het opzigt van den Request-meester LA BARRE, opgerigt. Dezelve bezat een capitaal van niet meer dan twee maal honderd duizend gulden: maar de hulp der Regeering stelde haar in staat, om de Hollanders, die zig aldaar onder het geleide van SPRANGER hadden nedergezet, toen zy dit Land door deszelfs eerste bezitters hadden zien ontruimen, uit deeze bezitting te verjagen. De Indianen waren na het vertrek der Franschen in het Eiland te rug gekeerd, maar SPRANGER noodzaakte hen, om naar Terra-Firma de wyk te nemen. Hy verbeterde de vestingwerken, deedt groote uitzuiveringen en voordeelige bebouwingen der landen. Na dat deeze Maatschappy onder het opzigt van BARRE een jaar bestaan had, maakte zy een gedeelte uit van de groote Maatschappy, die de grondslag was van alle die Maatschappyen, welken men voor Africa, en voor het Nieuwe Weereld-deel had opgerigt. In 't jaar 1667, wierd Cayenne aangevallen, geplonderd, en wederom verlaten door de Engelschen, en de vluchtelingen namen het weder in bezit, om het zig, in 't jaar 1772, andermaal te zien ontweldigen door de onderdanen der Vereenigde Nederlanden, die het echter niet langer, dan tot in 't jaar 1676, behouden konden. Te dier tyd werden zy door den Marschalk D'ETR

Hij was echter gelukkig genoeg den Schout te ontkomen, en nam de wijk naar Holland. Eerst te Haarlem en later in den Haag, verhuurde hij zich als heerenknecht, en was in de laatste stad, gelijk hij ook aan Allard verteld had, een poos als huisknecht in dienst geweest bij diens ouders, en wel in 't jaar 1676. Hij bleef hier, zoo min als trouwens ergens, heel lang.

Men was eerst verplicht geweest rijst van Java in te voeren en de mensen waren daar langzamerhand aan gewoon geraakt, dat men geen energieke pogingen deed om de koren-produktie te vermeerderen. In 1676 onder Isbrand Goske had men zelfs gevraagd om de prijs van de rijst te verminderen. Gelukkig was dit geweigerd.

Den 22 April 1676 ontmoette hij de Fransche vloot in het gezicht van den Etna. Dadelijk liet hij zijne schepen in slagorde stellen en viel hij met alle kracht aan. Er ontstond een geweldige strijd, waarbij velen 't met den dood moesten bekoopen.