United States or Saint Vincent and the Grenadines ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Zwaardvisch, Moordenaarsvisch, Sabeldolfijn of Butskop (Orca gladiator), kan een lengte van 9 M. bereiken, maar is in den regel kleiner; gemiddeld wordt hij 5

Opmerkelijk is het, dat de Zwaardvisch zich meestal in de zomermaanden in de zuidelijke zeeën ophoudt, waar hij in den regel in Mei aankomt om in het laatste gedeelte van den herfst weder te vertrekken.

Verscheidene Haaien en de Zwaardvisch maken in den letterlijken zin van 't woord jacht op jonge Cetaceën; ook oudere dieren worden door hen aangevallen; zij kunnen dan dagen lang volop eten van het reusachtige lichaam. Een veel gevaarlijker vijand van de Walvischachtigen dan alle zeemonsters is de mensch.

Eschricht vond in de maag van een Zwaardvisch van 5 M. lengte 13 Bruinvisschen en 14 Robben, en in zijn bek een vijftienden Rob, die de oorzaak was geweest van zijn dood, daar hij hem niet had kunnen verzwelgen. Ook Scammon vond de maag van een door hem gedooden Zwaardvisch met jonge Zeehonden gevuld.

Terwijl zij dit deden, ontkwam de beangste moeder, die op den door haar gevolgden weg een bloedig spoor achterliet." Terecht duidt Linnaeus den Zwaardvisch aan met den naam: "Tiran en pijniger van de Walvisschen en Robben." De Haaien en alle andere Zee-roofdieren staan in roofzucht bij hem achter.

In den Zwaardvisch heeft de Dolfijn een gevaarlijker vijand dan in den mensch; want deze maakt alleen dan jacht op hem, als gebrek aan versch vleesch hem hiertoe noopt. Ook thans nog valt den Dolfijn van den kant van den mensch een zekere vereering ten deel.

Behalve door den mensch, wordt de levende Walvisch waarschijnlijk alleen nog door den vreeselijken Zwaardvisch aangevallen. Verscheidene tot de Schaaldieren behoorende woekerdieren of parasieten, die zich aan het lichaam van den Walvisch hechten, zullen hem waarschijnlijk veel last veroorzaken.

Bij het vervolgen van een grootere prooi zwemt hij echter ook wel mijlen ver zeewaarts; het duurt dan dagen en misschien zelfs weken, voordat hij weer in de nabijheid van het land komt. Waar Groenlandsche Walvisschen, Beloega's en Zeehonden zijn, zal men stellig ook den Zwaardvisch, hun rusteloozen vijand, aantreffen.

Naar het schijnt, waren de Zwaardvisschen in vroegere eeuwen meer algemeen verbreid dan thans. De Romeinsche natuuronderzoekers noemen ook de Middellandsche Zee als een deel van het door hen bewoonde gebied; in den laatsten tijd heeft men ze hier echter niet meer waargenomen. Zij bewonen de noordelijke gedeelten van den Atlantischen Oceaan, de IJszee en het noorden van den Stillen Oceaan. Geregeld bezoeken zij de kusten van Engeland, Nederland, Duitschland en Frankrijk. Volgens Van Bemmelen is de Zwaardvisch "meermalen aan onze kusten waargenomen. Een voorwerp is in 1811 bij Ameland op de Engelsche plaat gestrand, één op 15 April 1832 aan de Friesche kust nabij de Zwarte Haan, een wijfje op 30 November 1841 levend aan den Voet der Velzer zeeduinen op eenigen afstand van Wijk-aan-Zee." Het laatstgenoemde exemplaar stelde den bekwamen natuuronderzoeker Schlegel in staat, voor 't eerst een nauwkeurige beschrijving van den Zwaardvisch te geven. Aanvankelijk prijkte het dier "met een fraai, in alle kleuren van den regenboog irizeerend zwart", terwijl het wit door zuiverheid en glans aan porselein herinnerde. Reeds weinige dagen daarna was van dit kleurenspel niets meer te zien; de opperhuid geraakte langzamerhand los; na verloop van een week was het dier door beginnende verrotting geheel misvormd en verminkt. Nu werd het verkocht; een van de vele kooplustigen kocht het voor f

Alle Zeehonden zijn buitengewoon taai van leven; zij blijven alleen dan op de plaats liggen, als een kogel in de hersenen doordringt, of het hart treft. Behalve in den mensch hebben de Zeehonden een vijand in den zeer behendigen Zwaardvisch, een Walvischachtig Zoogdier, waarvoor alle kleine soorten van Robben in den grootsten angst vluchten.