United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe nu oefenden de twee soorten van stukken, de Mysteriën en de Moraliteiten, invloed op elkander uit? In de eerstgenoemde traden weldra nevens de heiligen en patriarchen ook allegorische personen, zooals de Waarheid, de Gerechtigheid, de Dood op, zoodat ook de zedelijke drijfveeren tot de handelingen in het licht gesteld werden; doch hiermede werd nog geen eigenlijk leven aan de personen ingeblazen. Wat de Moraliteiten betreft, deze moesten nog meer verandering ondergaan, om waarlijk levende personen ten tooneele te voeren, maar zij hadden het voordeel, dat zij zich vrij van den belemmerenden invloed der kerk konden ontwikkelen, en zich het voorbeeld der Mysteriën, die gebeurtenissen en personen ten tooneele brachten, ten nutte konden maken. In de Moraliteiten trad aanvankelijk de Ondeugd, Boosheid en Verdorvenheid onder den naam van Vice of Iniquity op, en moest, evenals de Duivel in de Mysteriën, tot verlustiging der toeschouwers strekken. Dit belette echter niet, dat weldra ook de Duivel zelf, die inderdaad oorspronkelijk meer persoonlijkheid bezat dan de Ondeugd, uit de Mysteriën werd overgenomen. Men zou verwachten, dat die twee het uitstekend samen zouden kunnen vinden, maar het tegendeel was het geval; zij lagen telkens met elkander overhoop en de Ondeugd kortte, onder den vaak herhaalden uitroep "Ho, ho!" met zijn houten zwaard den Duivel de nagels en bracht hem telkens slagen toe, tot groote stichting der medespelende Deugden en der deugdzame toeschouwers. Dat deze vertooning lang standhield, blijkt ten duidelijkste uit de toespelingen, die Shakespeare er op maakt, zooals in Koning Hendrik

Bij Shakespeare's optreden bestonden de schouwburgen nog slechts zeer kort. Vóór dien tijd werd er gespeeld in ruime zalen, van het koninklijk paleis, van de kasteelen der edellieden, van de raad- of gildehuizen der steden, van de gerechtsscholen, van herbergen, of wel op open plaatsen, door gedeelten dezer gebouwen omgeven. De eerste eigenlijke schouwburg werd, zooals reeds vroeger gezegd is, in 1575 geopend. Toen namelijk in het jaar 1574 de tooneelspelers, die zich "Dienaars van den Lord Kamerheer", dus van den Graaf van Leicester, mochten noemen en onder het bestuur stonden van den bekwamen James Burbage, een patent erlangden, dat hen machtigde om in stad en koninkrijk tot vermaak der koningin en ter verlustiging harer beminnende onderdanen te spelen, poogde wel het bestuur der City van Londen, dat tegen de tooneelvoorstellingen, die als bronnen van onrust, geldverspilling en onzedelijkheid beschouwd werden, gekant was, de voorstellingen nagenoeg onmogelijk te maken door de bepaling, dat de helft der ruwe ontvangst ten bate der armen moest opgebracht worden, doch bescherming van hooger hand stond den tooneelspelers toe van het ontruimde klooster der Dominicanen of Zwarte Broeders, blackfriars, even buiten de muren en dus buiten het gebied der city gelegen, gebruik te maken en dit tot een schouwburg in te richten. De ligging was zoo goed als men wenschen kon, niet verre van de als waterstraat veelvuldig gebruikte Theems, nabij de Londener brug en aan den veelbezochten weg naar Westminster. In hetzelfde jaar ontstonden nog een paar andere schouwburgen; omstreeks 1600 waren er reeds elf, en onder koning Jacobus

Kunt gij het u voorstellen dat Jan zijne kunsten als equilibrist verzaken zal; dat Napoleona zal ophouden te dansen op het gespannen koord, met of zonder balanceerstok; dat Sander niet langer gezien zal worden als het toppunt der menschen-piramide, en dat zelfs Kruidnagel niet meer zijn half dozijn muilperen in de minuut zal waarnemen, tot groote verlustiging van het geëerde publiek?