United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


En John Bull? zeide Napoleona. John Bull even als de rest. Nu het heele gezin te Tourkef opgesloten zat, was het nog het beste dat hun huis er zich ook bevond, al liep dit dan ook gevaar leeggestolen te worden. Intusschen begonnen zij allen honger te krijgen, maar het scheen wel alsof de inboorlingen er zich niet om bekommerden of hunne gevangenen iets te eten kregen.

Des morgens van den genoemden dag namen dus Sergius, de familie Cascabel en de twee russische matrozen van de bewoners van Tourkef afscheid. Het geheele dorp was uitgeloopen om hen te zien vertrekken en hun goede reis te wenschen. De "brave Sjoe-Sjoe" stond vooraan in het eerste gelid, heelemaal ontroerd en aangedaan.

De geheele bevolking van Tourkef vormde het talrijkste gedeelte van den optocht. Na eenigen tijd bleven zij allen stilstaan vóór de holte van de rots, waarbinnen de afgodsbeelden geschaard stonden, behangen met kostbare pelterijen en voor deze gelegenheid met frissche kleuren beschilderd. Tchou-Tchoûk trad met opgeheven handen de Vorspük binnen.

Jan had geen tijd om verder te vertellen, want een twaalftal inboorlingen hadden Sergius, Cascabel en de anderen reeds aangegrepen. Zij zagen zich dus genoodzaakt goed- of kwaadschiks hen naar het dorp Tourkef, de voornaamste bewoonde plaats op den archipel, te vergezellen.

Kijk maar, zij lijken meer op beesten dan op menschelijke wezens! Daarin had Cascabel geen ongelijk, maar het was toch ook waar wat Cornelia zeide: geen van de passagiers der Schoone Zwerfster ontbrak op het appèl. Zooals zij Port-Clarence verlaten hadden, zoo stonden zij ook met hun allen in het dorp Tourkef. Jawel, in een mollengat of een bunsinghol, bromde Cascabel.

Een twintigtal andere inlanders begaven zich tegelijk op weg naar de Schoone Zwerfster, wier aanwezigheid door een licht rookwolkje in het Oosten nog even verraden werd. In een kwartier tijds werden de gevangenen naar Tourkef gebracht en daar in eene vrij groote ruimte, die onder den grond gegraven was, gelaten.

Het scheelde niet veel of hij zou voor ieder lid der familie Cascabel op zijne knieën gevallen zijn, zoo goed als voor het machtigste afgodsbeeld. Hoe hadden trouwens de onwetende bewoners van Tourkef kunnen vermoeden dat zij beetgenomen werden door eenen grappenmaker? Zij konden niet twijfelen, het moesten wel de goden in de Vorspük wezen, die hunne dreigende stemmen hadden doen hooren.