United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


In Ingelheim, een mooi stadje in den met druivengezegenden "Rheingau" verhief zich eens een trotsch marmeren paleis, de lievelings verblijfplaats van Karel, den Grooten. In deze heerlijke eenzaamheid, ver van de wereld, trok de groote keizer der Franken zich dikwijls terug. Slechts zijn trouwe dienaren en familieleden vergezelden hem.

Vorstelijk is hij, niet omdat een vorstenhand den sleutel van den Johannisberg bezit, maar omdat een vorstenhand hem in de gezegende "Rheingau" geplant heeft. En deze gekroonde schenker was niemand anders dan de groote Karel, de machtige beheerscher van het Frankenrijk.

De burcht bleef verlaten, de naaste verwanten van het adellijke geslacht wilden hun woning in de gezegende "Rheingau" dicht bij de Palts niet voor de onzalige vesting verruilen, en zoo woonde daar slechts de poortwachter.

Het goud der druif trok hem meer aan dan dat der kroon, en daar een lekker glas wijn nergens zoo goed smaakt als aan de bron zelf, zocht hij zeer dikwijls den braven paltsgraaf van den Rijn op, die in den gezegenden "Rheingau" woonde en meer fusten in zijn kelder had dan er heiligen in het jaar zijn.

Bij het eerste hanengekraai keert hij in zijn graf te Aken terug en hervat zijn eeuwenlangen slaap, totdat hij het volgende jaar opnieuw door den geur der druiven gewekt wordt, om zijn zegenrijken tocht door de "Rheingau" te volbrengen. En nu, waarde lezer, zal ik U als derde verhaal nog een vroolijke geschiedenis van de Johannisberger monniken meedeelen.

Zorgvuldig liet hij zich over den stand der druiven in Rüdesheim en op helling van den Johannisberg op de hoogte houden en toen de derde herfst in het land gekomen was, kwam tegelijk met hem Keizer Karel uit zijn lievelingsstad Aken in de "Rheingau". En het juichen van de oogsters weerklonk in de wijngaarden van Rüdesheim en Johannisberg.

Dadelijk liet hij den grijzen Koenraad zijn wapendrager bij zich komen en gebood hem bij het aanbreken van den volgenden dag zijn paard te zadelen en naar Orleans, de stad van den edelen wijn, te rijden, met de boodschap aan de brave burgers, dat de keizer hun voortreffelijken wijn nog steeds genadig in herinnering had en dat hij gaarne zulk een edel gewas aan den Rijn zou bezitten, waarom hij den getrouwen burgers van Orleans verzocht een pootrank naar de "Rheingau" te zenden.