United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


Uit alles wat wij gezien en gezegd hebben, volgt dat ook Tikal eene stad was, behoorende tot die tolteeksche beschaving, waarvan wij den gang en de ontwikkeling hebben gevolgd van Comalcalco tot Palenque en Ocosingo, die den loop der rivieren opwaarts volgende, de stad Lorillard heeft gesticht en vervolgens Tikal bereikt, om zich later eenerzijds in Yucatan uit te breiden, waar zij eene vroegere tolteeksche nederzetting ontmoet, en anderzijds in het noorden van Guatemala door te dringen, waar zij Coban, Copan en Quiriga zal stichten.

Achter dien tempel en op eene veel hoogere pyramide, vindt men het belangrijkste monument van de stad Lorillard. Op eene ruime esplanade stonden daar, in een rechthoek, zes paleizen, waarvan er nog maar een gedeeltelijk in wezen is. De andere gebouwen zijn niet meer dan vormelooze puinhoopen.

De letters van de opschriften ter rechter en ter linker zijde zijn verwonderlijk goed bewaard gebleven en kunnen onmogelijk tot een verwijderd tijdperk behooren; die letters of teekens zijn overigens geheel dezelfden, die wij te Lorillard en te Palenque hebben gevonden, en die wij straks te Copan zullen wedervinden.

Datzelfde merkten wij ook te Lorillard zoowel als te Palenque op. De basis van de pyramide heeft een breedte van honderd-vier-en-tachtig engelsche voeten en eene diepte van honderd-acht-en-zestig; de trap is acht-en-dertig engelsche voeten breed.

Indien hij toen reeds Lorillard had bezocht en Palenque gekend, zou hij begrepen hebben dat al het snijwerk in hout eene godsdienstige beteekenis had, dat deze voorstellingen de plaats der afgodsbeelden bekleedden en rechtstreeks in verband stonden met de eeredienst. Laat ons een blik werpen op die beeldwerken.

Ons bezoek aan de stad Lorillard, waarvan de indiaansche naam mij onbekend is, was hiermede afgeloopen. Niet dan met spijt verliet ik deze nieuwe stad, waar ik mij gaarne langer had opgehouden, want ik was er zeker van, dat er nog vele nieuwe en misschien belangrijke ontdekkingen waren te doen.

Deze kieschheid trof mij zeer; maar ik mocht het voorstel van mijn nieuwen vriend niet aannemen: aan ons beiden komt de eer toe der ontdekking van deze nieuwe stad, waar wij te zamen hebben gearbeid, en waaraan ik den naam heb gegeven van Lorillard, ter eere van den edelmoedigen man, die voor een deel de kosten mijner expeditie wilde dragen.

Maar voor zoo ver men naar vergelijking mag oordeelen, moet de stad Lorillard, als alle indiaansche steden, waarvan wij reeds gesproken hebben, hebben bestaan uit een vijftien- of twintigtal verschillende monumenten, tempels en paleizen, woningen van den cacique en de voornaamste hoofden, omgeven door de hutten van de lieden uit de volksklasse en de slaven.

Dit is duidelijk genoeg. Daar staat de priester met den palmtak in de hand, waarvan de bladeren rusten op het symbolische teeken van den wind, waarmede Quetzalcoatl zoo dikwijls wordt afgebeeld. Wij vinden dus te Lorillard de eeredienst van Tlaloc en van Quetzalcoatl, de godheden der Tolteken, ook door de Azteken vereerd, en wier dienst in de veroverde landen werd ingevoerd.

Het gebouw is twintig ellen breed en zestien diep. Ik heb reeds vroeger gesproken over de gebeeldhouwde deurposten, in steen of in hout, die ik in de meeste steden van Yucatan, onder andere ook te Chichen, heb aangetroffen; maar de schoonsten vond ik te Lorillard. Mijne lezers mogen zich daarvan overtuigen door de afbeeldingen van twee dezer kleine monumenten op bladz. 157 en 160.