United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij ontvangt van deze niet zooveel, en werkt ook niet door zoovele kanalen op haar terug, als de literatuur in andere langer ontwikkelde landen van het Westen. Veel karakteristieker en van veel meer gewicht voor onze ethnographische schildering, is daarentegen de Russische volks poëzie, wier talrijke, levendige geestesbloemen, de eigenlijke openbaring van het nationaal-karakter bevatten.

Maar daarentegen verschanst de adel zich des te exclusiever tegenover de klerken en de kramers achter zijn macht en zijn privileges en leeft zijn eigen afgesloten leven in een maatschappij, die door heel haar wijze van zijn zich als een hogere stand en een soldatenkaste wil doen gelden en zich weldra ook een heel wat karakteristieker adellike dichtkunst vormt dan de nationale heldendichten geweest waren.

Op den vreemdeling, die ons groene land bezoekt, maakt vooral indruk de stoffage, die aan onze wijde vlakte verleend wordt door de molens, welke er hun lange wieken boven zwaaien, of ook wel door de schepen, welke hun uitgespannen zeilen over onze vaarten laten scheren. Maar ik zeg u, de hondenkar stoffeert ons landschap veel karakteristieker.

Neen, de thans bestaande dieren zijn voorafgegaan door oorspronkelijke, zeer verschillende soorten; iedereen weet, dat onze aarde zeer oud is, en dat hare geologische lagen de versteeningen bevatten van vervlogen tijden; iedereen weet, dat uit een anatomisch oogpunt het lichaam van den mensch hetzelfde is als dat der zoogdieren; iedereen weet, dat wij nog sporen van organen bezitten, die ons tot niets dienen, en die de sporen zijn van die, welke nog bestonden bij onze voorouders; iedereen weet, dat wij vóór de geboorte, in de eerste maanden na de bevruchting in den moederschoot; weekdier, visch, kruipend dier, viervoetig dier geweest zijn, daar de natuur in het klein haren grooten arbeid der oude tijden samenvat; iedereen weet eindelijk, dat alle levende soorten aan elkander verbonden zijn als de schakels van eenen zelfden keten, die onmerkbaar in elkander overgaan; dat het leven op aarde begonnen is met de eenvoudigste wezens, met planten, die noch bladeren, noch bloemen, noch vruchten hadden en nauwelijks den naam van planten konden dragen, met dieren, die noch kop, noch zintuigen, noch spieren, noch maag, noch bewegingsorganen hadden, en dus nauwelijks tot het dierenrijk konden gerekend worden, en dat de wezens langzaam, ja zelfs onmerkbaar, trapsgewijze, in overeenstemming met den toestand van den dampkring en het water, de temperatuur, de omgeving en de voeding, meer levend, gevoeliger, karakteristieker, volmaakter geworden zijn, om eindelijk uit te loopen op die schitterende en welriekende bloemen, die het sieraad onzer velden zijn, op de vogels, die in de bosschen zingen ... op den mensch eindelijk, die het hoogst van allen staat in de rei der levende wezens.