United States or Cambodia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eindelijk in Frankrijk een laatsten terugtred doende, zoo ontmoet men aldaar de tijdgenoten van den mammouth en van den holenbeer, namelijk een volk wiens beschaving wel niet hooger dan die der thans minst ontwikkelde stammen van Australië gesteld kan worden. Bij volken van minder geestelijken aanleg ontbreekt de toename in beschaving door eigen ontwikkeling niet.

Onze voorouders leefden nog in de steenperiode, en leefden in de bosschen, aan de oevers der groote stroomen, te zamen met den holenbeer, den rhinoceros, den olifant, het nijlpaard, zonder zich nog bezig te houden met de groote raadsels van het leven of de nietige vraagstukken der diplomatie.

Men heeft reeds de opvolging dier verdwenen menschenrassen kunnen bepalen; enkele waren tijdgenooten van den holenbeer, andere van den mammouth, nog andere van het rendier, weer andere van den aueros. De merkwaardige fossiele mensch, in 1872 te Mentone gevonden, schijnt uit den tijd van het rendier te dagteekenen. Nog in het jaar 1884 zijn op diezelfde plaats belangrijke opgravingen gedaan.

Men vindt er ook reusachtige pantserdieren, waarvan de glyptodon het merkwaardigst was, naast paarden, tapirs, bevers enz., terwijl de meest voorkomende en merkwaardigste dieren der Europeesche quaternaire dierenwereld, de mammouth, de rhinoceros, het nijlpaard, de holenbeer geheel ontbreken.

De holenbeer was zoo groot als het paard, de mammouth was veel grooter dan zijne tegenwoordige stamgenooten en had ontzaglijke spiraalsgewijze gebogen slagtanden; het hert der venen was minstens zoo groot als onze ossen, en sommige ossen hadden ontzaglijke afmetingen.

Uit de overblijfselen daar gevonden heeft men kunnen bewijzen, dat de primitieve mensch hier al leefde in den tijd van den holenbeer en zich toen reeds bediende van aarden vaatwerken. Die ontdekking heeft indertijd heel wat opschudding in de geleerde wereld teweeggebracht. Onze Nederlandsche taal konden de gidsen niet thuisbrengen.

En nog vóór dien tijd vindt men den mensch, om de heerschappij kampend tegen zijnen ontzagwekkenden vijand den holenbeer, waarvan eveneens teekeningen op steen bewaard zijn gebleven; en nog verder terug zelfs, in de onmetelijke duisternis der eeuwen, leeren ons andere overblijfselen, die van den elephas antiquus en den elephas meridionalis, dat onze voorouders geboren waren in eene periode, waarvan men vroeger meende, dat zij door eene reeks van plotselinge omwentelingen van de onze gescheiden was.