United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op 't oogenblik leven deze drie zoons op kosten hunner moeder, die hen wel wil huisvesten en eten geven, maar voorzichtigheidshalve den sleutel der brandkast bij zich houdt. Dit gezin bewoont een groot gebouw in de rue de Turenne. Mevrouw Guérard is acht en zestig jaar. Met den ouderdom zijn de eigenaardigheden gekomen. Zij wenscht een stilheid en netheid als van een klooster om zich.

Nog aldoor speelt zij met den slip van haar ceintuur, de oogen naar het plafond gericht, in droomen verzonken, die langzamerhand weer een blos tooveren op haar schoon gelaat. Mevrouw Guérard is weduwe. Haar echtgenoot, dien zij sedert acht jaar heeft verloren, was magistraat. Zij behoort tot een zeer voorname familie en bezit een fortuin van twee millioen.

Zij denken aan dit alles, zonder eenig onedel verlangen, alleen maar omdat men alles van tevoren moet bezien. Zij zijn vroolijk als goede kinderen, middelmatig eerlijk; zij wenschen dat hun moeder zoo lang leeft als maar eenigszins mogelijk is. Zij hindert hen volstrekt niet. Zij wachten bedaard af, dat is alles. Op een avond van tafel afgaande voelt mevrouw Guérard zich ongesteld.

Haar zoons dwingen haar naar bed te gaan en laten haar met de kamenier alleen, toen zij de zekerheid meenden te hebben dat het wat beter was en zij alleen maar verschrikkelijke hoofdpijn had. Den volgenden morgen was de toestand der oude vrouw evenwel erger en de gewone huisdokter wenschte er met een ander over te consulteeren. Mevrouw Guérard is werkelijk in levensgevaar.