United States or Trinidad and Tobago ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het gelukte hem. Nu was zijn geweten gerust: hij schreef verder en was gelukkig. In dien tijd van sterk innerlijk leven kreeg hij een bezoek van de schoonzuster van Mme d'Epinay, Mme d'Houdetot. Hij kende haar sinds lang, maar oppervlakkig, zij was altijd heusch tegen hem geweest: niets meer.

Dan die jaren in Montmorency: de tijd van zijn groote werk-verzonkenheid, en ook van zijn ontzettende gemoedsbewegingen toen de breuk kwam met Diderot en Grimm en al zijn oude vrienden, en van zijn razenden hartstocht voor Mme d'Houdetot.

Rousseau beschuldigde Diderot en waarschijnlijk terecht, want deze eeuwige prater kon over niets zijn mond houden van met anderen gekletst te hebben over zijn verhouding met Mme d'Houdetot en beschouwde dat als een verraad aan de vriendschap. Diderot deed later in den tijd dat Rousseau in Motiers woonde, door middel van derden nog een poging tot verzoening. Maar Rousseau weigerde beslist.

Hij wilde geheel met hem breken, Mme d'Epinay bracht met moeite nog een schijn-verzoening tot stand. Ook St. Lambert was tijdelijk van den veldtocht teruggekeerd; om te toonen dat hij aan de praatjes die er liepen geen 't minste geloof hechtte, had hij met Mme d'Houdetot Rousseau in de Hermitage bezocht en was bij hem blijven eten.

Zij had een minnaar, St. Lambert, edelman en dichter van 't soort als toen in de mode kwamen, die, levend in de salons, zich verbeeldden te dwepen met de natuur en 't landleven en dat in gladde, akademische verzen bezongen; een wat schrale en dorre natuur, overigens een achtenswaardig mensch, op en top gentleman. Mme d'Houdetot en St.

Zoo was de atmosfeer aan alle kanten met elektriciteit geladen. Toen kwam de vonk. St. Lambert werd van de innige verhouding zijner geliefde, met Rousseau op de hoogte gebracht, en, zeer natuurlijk, stelde men hem die voor als een liefdes-verhouding. Mme d'Houdetot vertelde het onder tranen aan Rousseau. Deze bedacht zich geen oogenblik: dat had Mme d'Epinay gedaan.

't Ligt voor de hand, dat, waar Mme d'Houdetot en Rousseau bijna voortdurend samen waren, samen wandelden in den maneschijn, enz. en de gasten op de Chevrettes, die tot denzelfden kring als St. Lambert behoorden, van dat alles op de hoogte waren, geruchten en praatjes St. Lambert moesten bereiken.

Hij merkte 't ten slotte toch, en al dit openlijk gemeester en achterbaksche gedoe was zeker 't allerslechtste voor den prikkelbaren man. Hij voelde zich meer en meer geïrriteerd tegen zijn oude vrienden, Diderot en Grimm. Zij waren, schreef hij in een klaagbrief aan Mme d'Houdetot, beide mannen van de wereld geworden, beide "geslaagd."

Daarom was waarheid wat hij later in de "Confessions" getuigde, dat hij in dit werk onbewust zijn eigen toestand schilderde, zich zelven, Grimm, Mme d'Epinay, Mme d'Houdetot, St.

Mme d'Houdetot was toevallig op denzelfden dag dat Mme d'Epinay naar Genève vertrok, naar Parijs teruggekeerd. Rousseau en zij waren uiteengegaan na een afscheid vol betuigingen van teederheid en vriendschap; hij had geschreven en nog eens geschreven en nog eens: zij liet al zijn brieven onbeantwoord. Hij begreep niet waarom, hij martelde zich af met gissingen. Lieten allen hem nu in den steek?