United States or Seychelles ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als geschiedschrijver wordt hem gebrek aan waarheidsliefde verweten. Hegesinus, Hegesinous, van Pergamus, leerling van Euander en zijn opvolger als hoofd der academische school, leeraar van Carneades. C. dateert, en aan Ambrosius wordt toegeschreven. Hekatoncheires = Centimani.

Ook werd de wetenschap er ijverig beoefend; want zij was de vaderstad van Aristippus, Anniceris, en Carnéades, van den dichter Callimachus en van den geleerden Erasthothenes. De agenten, welke dokter Antekirrt in dat nabij gelegen land had, beveelden hem aan om de omstreken van de golf van Sidra uiterst nauwkeurig te doen gadeslaan.

Grotius neemt als uitgangspunt het bekende beginsel: "naturae conformiter vivere is het goede en geboden leven en handelen". En in zooverre is hij het dan eens met Carneades en Horatius; want, dat ook dezen hiervan uitgingen, is duidelijk uit hetgeen Grotius hen laat zeggen. Het is deze laatste stelling, die de Groot voorop zet, en die hij, naar zijn meenen, niet behoeft te bewijzen.

Carneades' pleidooi nu was het volgende: In hun eigen belang hebben de menschen onderling verschillende rechtsbepalingen gemaakt, en zich zelf zekere voorschriften voor hun doen en laten opgelegd. Met de verandering van tijden en gebruiken, zijn ook deze veranderd.

Om ons te zeggen, op welk standpunt wij ons moeten plaatsen bij de vraag naar recht en rechtvaardigheid, laat hij Carneades sprekend optreden. Deze wordt als advocaat benoemd en moet pleiten in naam van hen, die het recht ontkennen.

Waarom, zoo vraagt nu op zijne beurt de Groot, ontkennen Carneades en Horatius, dat er een natuurrecht bestaat? Hierom, omdat zij willen, dat de mensch van nature zelfzuchtig is. Hij is een egoïst. Dat zij zich hierin hebben bedrogen, toont de Groot dan verder aan. Tegelijkertijd ontneemt hij hun den grond van hun beweren, omtrent het niet bestaan van het natuurrecht.

De stelling van Carneades is derhalve valsch als algemeene stelling; Niet ter wille van overmacht onderhoudt de redelijke mensch de wetten, doch uit welbegrepen eigenbelang of uit plicht. Maar kan men dan niet zeggen, dat het recht ooit de wil is van den sterktste?

Wat hij bewijzen moet en ook doen zal is dit: De mensch is goedig, sociaal van aard, in het diepste van zijn wezen is hij geen egoïst. Nu wij weten, hoe Grotius zich plaatst voor het probleem, kunnen wij gaan zien, welke voor hem de grondslagen van het natuurrecht zijn. +Van het natuurrecht in engen zin.+ De menschelijke natuur moet ontleed worden, dit deden ook Carneades en Horatius.

Hij leefde waarschijnlijk in het midden van de vierde eeuw na C. Charistia, z. Caristia. Charmadas, Charmadas, een academisch wijsgeer, leerling van Carneades, omstreeks 110 leeraar der wijsbegeerte en redekunst te Athene, v. s. stichter der vierde academie. Cicero roemt zijne welsprekendheid en zijn merkwaardig geheugen.

Ook de Groot begreep dit, en daarom vraagt hij zich af, in hoeverre Carneades en Horatius wel gelijk konden hebben. Daarmede vindt hij tevens aanleiding te spreken over de sanctie van het recht. Dat wij alleen door vrees gedwongen het recht zouden naleven en onderhouden, is voor Grotius een groote dwaling. En ziehier waarom.