United States or Andorra ? Vote for the TOP Country of the Week !


In al die streken vindt men in grooten getale den oölithkalksteen, die gewoonlijk met de koraalriffen gevonden wordt; ook vindt men er dicht opeengedrongen, fijnkorreligen kalksteen, een zeker bewijs, dat de bezinking heeft plaats gegrepen onder groote diepte, buiten de beweging der golven.

Die laurentische laag vertegenwoordigt eene langdurige periode van bezinking op den bodem der wateren; zij is immers negen kilometers dik. De laagste schatting geeft voor die periode eenen duur van verscheidene millioenen jaren.

Na die bezinking sluit zich de golf van het bekken van Parijs geheel af bij hare monding, en verandert zij dus in een zoetwatermeer, waarin zich nu kalksteen en mergel afzet, met vuursteenlagen daartusschen, wier dikte een twintigtal meters kan bereiken. Die kalksteen strekt zich ten noorden van Parijs uit en bevat limneïden met enkele schelpen, niet tot zeedieren behoorend.

Wij zagen, dat de beslissende opheffing der Alpen is voorafgegaan door de vorming van verbazende ophoopingen van molasse, die het bewijs zijn van eenen bodem, die door zijne bewegelijkheid gemakkelijk afgebeten werd; zoo is ook de opheffing der Pyreneën voorafgegaan door de bezinking van kleine steentjes.

Dat zand is dan vermengd met kleine beddingen van keisteenen, en met aarde en geel slijk, dat dikwijls zeer dik is en de geheele laag bedekt. Men kan daarin al de karaktertrekken van het alluvium herkennen, dat is van bezinking in stroomend water.

Die rekening kan niet volkomen nauwkeurig zijn, daar die bezinking sneller of langzamer plaats vindt naar gelang van den afstand tot de kusten, van de diepte van het water en van de rijzingen en de dalingen van den bodem. In de aardkunde is men lang niet op zulk een bekend terrein als in de sterrenkunde.

Ja zelfs, de lagen, die men boven het graniet van eenen berg vindt, duiden het tijdperk zijner opheffing aan. Indien men bij voorbeeld alleen blauwe lagen vindt zonder het groene leisteen, dan is dit een bewijs, dat de opheffing van het graniet heeft plaats gevonden onmiddellijk na de eerste bezinking en vóór de tweede.

De Laurentische formatie is negen kilometers dik, de Cambrische zes kilometers, de Silurische acht kilometers, te zamen dus 23 kilometers, geheel gevormd door de bezinking in de zee. Alle nieuwere formaties, op de andere gelegen, en behoorende tot de volgende perioden, de primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire periode, zijn slechts 20 kilometers dik.

Na het afzetten der pisolithische kalksteen, die slechts over eene kleine uitgestrektheid beperkt is, was het geheele noordelijke deel van Frankrijk boven water gekomen. Hoe zijn die dikke krijtlagen gevormd, die dikwijls 500, 1000 en 2000 meters dik zijn? Het antwoord is, door bezinking op den bodem van het water, evenals de vorige formaties, maar toch op eene andere wijze.

Ook de kleur verschilt: de ééne krijtsoort is grijs, de andere lichter, enkele zijn zelfs geheel zwart. Al behoeft men niet aan te nemen, dat het krijt op groote diepte gevormd is, toch is het zeker, dat de bezinking aan geene beroeringen was blootgesteld, en dat de naburige oevers er niets bij aangebracht hebben.