United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


In een oud handschrift uit het begin van de laatste helft van de vorige eeuw vonden Newton en Wolley een beschrijving van de Alkklip van Reykjanes, waarin melding wordt gemaakt van het wonderbaarlijk aantal Vogels op de daar aanwezige rotsen, met de toevoeging echter, dat de Reuzenalk daar volstrekt niet zoo veelvuldig voorkomt, als gezegd werd; de door hem in beslag genomen ruimte werd op niet meer dan het 1/16e deel van de klip geschat; wegens zijn ongeschiktheid tot vliegen kon hij de hooger gelegen rotsen niet bereiken.

Vermoedelijk eet hij des zomers bovendien Insecten, vooral de in zijn vaderland zoo buitengewoon menigvuldige Muggen; waarschijnlijk brengt hij hiermede zijn jongen groot; met zekerheid is hiervan echter niets bekend. Volgens Wolley bouwt de Haakbek in Lapland zijn nest op lage sparren, ongeveer 4 M. boven den grond.

Tot in den laatsten tijd verkeerde men geheel in 't onzekere over de voortplanting van den Pestvogel. Eerst in het jaar 1858, den 12en Juni, slaagde Wolley er in, een nest en een ei te vinden, een jaar nadat zijn jachtgezel zoo gelukkig was geweest. Toen de eerste nesten gevonden waren, ging, naar het schijnt, de halve bevolking van Lapland aan 't nesten zoeken; in den zomer van 1858 waren, zegt men, reeds meer dan 600 eieren ingezameld. De nesten zijn in den regel goed verborgen tusschen de twijgen van sparren, niet bijzonder hoog boven den grond; de buitenwand bestaat grootendeels uit korstmossen, die op boomen groeien, doorweven met eenige dorre sparretwijgen; van binnen is het nest gevoerd met grashalmen en eenige veeren. Het broedsel bestaat uit 4