United States or Kuwait ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tot de knotssprietigen behooren verder: de koolzaadglanskever, het frambozenkevertje, het bietenkevertje. Van hunne sprieten zijn de laatste 3-7 leden plat, bladvormig verbreed; zij vormen te zamen een knotsje. Hiertoe behooren o. a. de meikever en het rozenkevertje; ook de mestkevers en het vliegend hert. Kniptorren zijn langwerpig, overal ongeveer even breed, met een zeer lang voorborststuk.

Daarna licht het de neergebogen einden van 't lichaam weer op, waarbij de aanvankelijk omhoog gebogen verbindingsplaats tusschen voor- en middenborststuk met kracht op den grond komt, zoodat de tor door hare eigen veerkracht hoog opspringt. De buikzijde van het voorborststuk heeft aan het achtereinde een uitsteeksel, dat juist past in eene groeve, die in 't middenborststuk aanwezig is.

Blaaspooten, 8. Vliegen en Muggen of Tweevleugeligen, 9. Vlooien, 10. Luizen, 11. Spring- en Franjestaarten. Orde Schildvleugeligen of Kevers. Een groot voorborststuk, dat met het middenborststuk zeer bewegelijk verbonden is. De achtervleugels, die tot vliegen dienen, zijn in den rusttoestand onder de dekschilden samengevouwen. Gedaanteverwisseling volkomen.

Op den rug liggende, springen zij hoog op. Eerst buigt het dier zich zoodanig, dat kop en voorborststuk naar boven-, midden- en achterborststuk en achterlijf naar beneden gebogen zijn.