United States or New Caledonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar, met zijn voeten in den rouw der schaduw, maar met hoofd en bovenlijf tegen den ouden wand in het bloeiende en blozende licht, beeldde als een statue, een jonge man en die verschijning had hem zoo hevig in de oogen getroffen.

Een onzer beste vrienden, een oudje, waar niet veel meer naar omgekeken wordt, omdat 't ouderwetsch is, ziet men dadelijk, wanneer men hun woning ontsluit. Ons lief, trouw oudje, menigeen haalt er den neus voor op, maar wij hebben hem lief, onzen ouden vriend, die ons nooit heeft verlaten, in vreugdedagen met ons meejubelt, en in smart en donkere dagen ons troost en opbeurt.

Bij deze woorden raapte hij de kruishouten op, wierp ze in den haard en verliet de kamer. In den loop van den dag kwam de commissaris van politie twee-of driemaal naar den ouden man vernemen; doch men zeide hem telkens dat hij vertrokken was en dat men niet wist, of hij naar Schilde of naar elders zich begeven had.

Een graf houdt beider asch vereend; Maar 's ouden geest vindt rust noch vrede In d' ijsbren nacht van 't lijkgesteent', En vaak ontsluipt hij aan die stede Te middernacht als 't stormt en tiert, En regent, als men de uilen Hun grafgezang hoort huilen De weerhaan knersend giert. Het klinkt in den stillen nacht. Leeft de sage dan nog?

Een plotselinge stilte heerschte om de tafel. Allen staarden met bijna angstigen ernst naar het vuurrood, gerimpeld gelaat van den ouden boer. "Es 't vreiwemensch nog blijve leven?" viel hem eindelijk Rozeke, trillend van emotie, in de rede. "Nie z', ze was al te verre gezet," antwoordde hij.

Ik heb te Fort de France een ouden planter gesproken, dien ik op een vorige reis had ontmoet, en die nu geheel geruïneerd was.

Veel is daaraan reeds geschied. De schoone hoofdpoort heeft haar ouden vorm herkregen.

Overal in Frankrijk groeiden en woekerden gedurende de midden-eeuwen, op den ouden bodem, provinciale eigenschappen en gewoonten, lokale dialecten en literatuur, welig voort.

Hij ontbood na hen den ouden Verginius Rufus en Plinius; hij scheen zich geweld aan te doen beminnelijk te zijn: een bui, die meestal niets goeds voorspelde; tot opstaan kwam hij niet. Ziekelijk bleef hij in zijn zetel zitten.

Wel was het waar, dat Napoleon reeds tijdens den veldtocht in Pruisen voldoende bewijzen van verraad van zijn ouden bondgenoot had ontvangen; de nachtelijke bijeenkomsten van Godoy met de Pruisische en Russische gezanten waren den Keizer niet onbekend gebleven, maar dit verontschuldigt evenmin zijn inmenging in de familiequaesties der Spaansche Bourbons als het verzoek zoowel van Karel IV en diens zoon Ferdinand, den Prins van Asturië, om zich met hun particuliere aangelegenheden te bemoeien en hun scheidsrechter te zijn.