United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


De figuren van den Roman de la rose: Bel accueil, Doux-Regard, Faux Semblant, Male Bouche, Danger, Honte, Peur, staan op één lijn met de echt-middeleeuwsche verbeeldingen van de deugden en zonden in menschelijke gedaante: allegorieën of iets meer dan dat, half-geloofde mythologemen. Doch waar is de de grens tusschen deze voorstellingen en de herleefde nimfen, saters en geesten der Renaissance?

Een wezenlijk contrast tusschen de allegorie der Middeleeuwen en de mythologie der Renaissance is er eigenlijk niet. Vooreerst begeleiden de mythologische figuren reeds gedurende een goed stuk der Middeleeuwen de vrije allegorie: Venus speelt haar rol in het zuiverst middeleeuwsche, wat er gedicht is. Aan den anderen kant behoudt de vrije allegorie haar fleur nog lang in de zestiende eeuw en later. In de veertiende eeuw begint als 't ware een wedstrijd tusschen allegorie en mythologie. In de gedichten van Froissart treden naast Doux Semblant, Jonece, Plaisance, Refus, Dangier, Escondit, Franchise een zonderling stel van soms onkenbaar verminkte mythologemen op: Atropos, Cloto, Lachesis, Telephus, Ydrophus, Neptisphoras! De goden en godinnen leggen het in volheid van verbeelding nog af bij de personages van de Rose; zij blijven nog hol en schimmig. Of zij worden, als zij 't rijk alleen hebben, uitermate barok en onklassiek, zooals in de Epistre d'Othéa