United States or Albania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Myn Lieutenant, DE CABANUS, wierd de riem van zyn snaphaam weggeschoten; verscheiden soldaten wierden gewond, zommigen zelfs doodelyk; maar tot myne groote verwondering, zag ik niemand hunner op het slagveld sneven. Dit kwam my wonderbaarlyk voor, maar ik zal 'er in 't kort de uitlegging van geven.

Men zondt te gelyker tyd een vaartuig vol met zieken en stervenden naar Devil's Harwar. Het bevel was toen in handen van den Lieutenant Colonel, die des avonds door de zelfde ziekte als de Colonel wierd aangetast.

Denzelfden dag deeden wy ook een ander vaartuig vertrekken, met twee Officiers, een Sergeant, een Corporaal, en veertien man, allen onder bevel van den Lieutenant Graaf VAN RANDWYCK. Deeze manschappen wierden afgezonden naar de Rivier Peréca.

Maar laaten wy van onderwerp veranderen. De dwinglandye van onzen Bevelhebber, den Colonel FOURGEOUD, vermeerderde van dag tot dag. De Lieutenant Graaf van RANDWYK, die ziek was, en zig gereed maakte, om met den Colonel WESTERLOO te scheep naar Holland te vertrekken, ontfing bevel, om in de Volkplanting van Surinamen te verblyven, alleenlyk vermits hy gezegd had niet wel behandeld te zyn geworden.

Wy wierden door den regen, als door een stroom. overstort, en ik verwagtte niets minder dan schip-breuk te lyden. Den 15den, kwam een ander Officier, de Lieutenant Baron OWEN, van den wachtpost van de Cerberus; hy was ziek, en op zyn verzoek waagde ik het, om hem naar Paramaribo te zenden.

Deeze heeren my zulks tegen daags daar aan volgende hebbende toegezegd, stelde ik het bevel, de vaandels en de kasse in handen van den Lieutenant MEYER, de eenige die niet ziek was, onder alle de Officiers, welke zig op Paramaribo bevonden. Naar waarheid konde men zeggen, dat de vaandels, de kasse en de soldaaten, allen even onnoodig waaren in Surinamen.

Ik zond dadelyk mynen Lieutenant HAMER af, om het bevel over de Cerberus op zig te nemen; en na het anker geligt te hebben, zakten wy af tot aan de Casepory-Kreek, alwaar wy een nacht doorbragten, hoedanige de bekwaamste pen niet in staat is te beschryven.

De Capitain MYLAND begaf zig aan het hoofd van zyne soldaaten, uit geregeld krygsvolk bestaande, in het moeras, en deed een gemaakten aanval op de verschanssing, van den eenen kant, om alle de muitelingen, en BARON zelven, derwaarts te lokken: de Lieutenant FREDERIK te gelyker tyd met de Jagers van de tegenzyde aangerukt zynde, sprong met den degen in de vuist, zonder tegenkanting, de stormpaalen over.

De Colonel verhaalde my al verder, dat zeker Franschman, die den platten grond der vestingwerken, enz. voor den Gouverneur van Caijenne afteekende, op het oogenblik, dat hy stondt te worden opgehangen, ontsnapt was; dat hy aan den Capitain TULLING, wegens het door hem in stilte aangegaan huwelyk, vergiffenis geschonken hadt; en dat de Lieutenant Colonel DE BORGNES met eene ryke weduwe ging trouwen.

Deezen maakten eene party uit, geheel afgescheiden van die van BARON, welke men laatstelyk van Boucou verjaagd had. Ik vernam ook, dat men op een ledig vak hoofden van lyken gevonden had, die op staaken, in den grond geplant, gestoken waaren. Het waaren de overblyfzels van den ongelukkigen Lieutenant LEPPER, en zes van zyne soldaaten.