United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


De grootste ontspringt in Arcadia en stort zich dicht bij de grens van Elis in den Alpheus; de andere, in Elis, is een zijtak van den Peneus. Laeëtani, Leetanoi, volk in liet N.O. van Hispania aan de kust, met de hoofdst. Laelaps, Lailaps, de jachthond van Cephalus, z. Cephalus en Amphitryo.

C. en 248 . Door deze wet werd aan Octavianus het recht verleend, aanzienlijke plebejers onder de patricii op te nemen. Saepta, zie ovile. De plaats was een rom. municipium, met veel vlasteelt en weverijen. Ook wordt eene rivier van dezen naam in het Z. van Hispania vermeld. Saevo mons, gebergte in Scandia, het tgw. noorweegsche Kjölengebergte.

Gallaecia, vroeger Callaecia, thans de spaansche provincie Galicia, in het N.W. van Hispania, met eene ruwe bevolking. De Gallaeci, Kallaikoi, stonden bij de Romeinen in slechten reuk. De stad Brigantium, thans Coruña, had een grooten vuurtoren. Galli, z. Het werd onderscheiden in G. Transpadana en G. Cispadana.

Toen Pompeius den senaat dwong, hem naar Hispania te zenden, om in den oorlog tegen Sertorius den proconsul Metellus ter zijde te staan, moest de senaat hem wel met een consulair imperium bekleeden en pro consule laten uittrekken. Zie ook propraetor. Procris, Prokris, dochter van Erechtheus, gehuwd met Cephalus.

Met Octavianus streed hij nog voorspoedig in Illyria en Dalmatia, en werd in 33 aediel. Nog tweemaal bekleedde hij het consulaat, terwijl hij nog verschillende veldtochten ondernam en opstanden dempte, o. a. andermaal in Gallia, in Hispania, in Pannonia, totdat hij in 12 overleed. Augustus liet zijne uitvaart op prachtige wijze vieren.

Deze echter was op alles voorbereid en overrompelde Pompeius, die met het meerendeel der partij naar Griekenland week, waar hij 6 Juni 48 door Caesar bij Pharsalus eene beslissende nederlaag leed. Uit Africa en Hispania verdreven, verzamelde hij de overblijfselen zijner partij ter zee. Na Caesars dood verkeerde hij met den rom. staat half op voet van vrede, half op voet van oorlog.

Minicii, rom. geslacht, dat eerst in den keizertijd wordt genoemd en waarvan enkele leden met het cognomen Fundanus voorkomen. Minio, riviertje van Etruria, dat ten Z. van de stad Graviscae in zee valt. Minius, Minios, rivier in het N.W. van Hispania, thans Minho, aldus genoemd, omdat men beweerde, dat hij minium of menie met zich voerde. Een andere naam is Baenis.

Het is er Tacitus niet in de eerste plaats om te doen, de waarheid mede te deelen, maar om de gebeurtenissen, door anderen beschreven te stiliseeren. Aan hem moet men vooral zijn woordkunst bewonderen. Tader, rivier in het Z. van Hispania Tarraconensis, niet ver ten N. van Carthago Nova, tgw. Segura.

In den burgeroorlog liep hij van Pompeius tot Caesar over, streed onder hem bij Pharsalus , liet zich vervolgens, om volkstribuun te kunnen worden, door een plebejer Lentulus tot zoon aannemen, was in 47 een zeer woelig volkstribuun, vergezelde hierna Caesar naar Africa en Hispania en werd door diens toedoen tot consul voor het jaar 44 verkozen.

Zoo brachten zijne stiefzoons Drusus en Tiberius de Alpenvolken ten onder tot aan den Donau, om de grenzen van het rijk te bevestigen; vervolgens trachtten zij de rom. heerschappij tussen Rijn en Elbe op vaste grondslagen te vestigen, welk plan later door de nederlaag van Varus in duigen viel; Agrippa onderwierp de Cantabriërs en Asturiërs in Hispania.