United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tien of twaalf mijlen boven Kassala treedt de Gash uit de bergen te voorschijn, en buigt zich in schilderachtige kromming naar het noordwesten en dan naar het noorden. In den regentijd voert de rivier eene ontzaglijke massa geel en slijkerig water mede, dat overal langs de oevers een vette sliblaag achterlaat.

Deze vruchtbare grond, die ook de geringste inspanning van den landman zoo rijkelijk loonen zou, levert nu niets op dan een weinig katoen en wat graan. Deze laag van alluviaalgrond, waaruit bijna de geheele oasis bestaat, heeft men te danken aan de regelmatige overstroomingen van de rivier de Gash, waaromtrent ik het een en ander heb mede te deelen.

Maar het panorama, dat ik van den top overzag, loonde rijkelijk de moeite: de blik reikte tot aan de Atbara, en omvatte eene onmetelijke boschrijke vlakte, die zich tot Koroteb, op den weg naar Gondar, uitstrekte; ten zuidoosten onderscheidde men zeer duidelijk, te midden der lage bergen en heuvelen van het land der Basen, den breeden en statig kronkelenden loop van de Gash.

Sommige dier rivieren, die op zich zelf een vrij aanzienlijk profiel hebben, maar ver van de bergen of de hooglanden verwijderd zijn, hebben alleen dan water, wanneer de was buitengewoon sterk is geweest: daartoe behoort ook de Gash, althans in het benedenste gedeelte van haar loop.

Nog verder nemen de steenen geheel de overhand, en houdt de plantengroei op; de naakte bodem wordt dan eene aaneenschakeling van geulen en spleten, die het voortgaan ontzaglijk moeilijk maken. Naar het mij voorkomt, bereikt de Gash hare grootste breedte onder de muren van Kassala, waar zij een der bolwerken besproeit.

De Gash of Gach ontspringt in het hoogland van Abyssinië, waar zij den naam van Mareb voert; beschrijft een wijden kring rondom de provincie Seraoué, en stroomt dan door eene lage en boschrijke streek, ten oosten door Abyssiniërs, ten westen door negers van den stam Basen bewoond.

In Seraoué is de Gash niet veelmeer dan een breede beek, die hare zeer ondiepe wateren over een met blauwachtige steentjes bezaaide bedding voortstuwt; ik kan niet juist zeggen waar deze beek ophoudt en de bedding van fijn zand begint, die door het land Basen tot de Atbara reikt.