United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik dacht maar aan de geschiedenis van de vrouw van den struikroover," antwoordde de afgezant, "maar ik was bang voor mijn geleidster." "Laat ons een beetje verder gaan," viel Kniesj hem in de rede, "wij zullen daar nog veiliger zijn." Zij deden een paar honderd schreden in het onderaardsche gewelf, dat nu eens nauwer en dan weer ruimer werd.

Door zijne vroegere betrekking als geleider van karavanen kende hij Fez, en vergastte hij Dries en Mohammed op de beschrijving van de wonderen der stad, van den Sultan, het leger enz. De kronkelingen van den weg deden ons gezelschap telkens de muren en tinnen der stad zien, waarboven de torens, minarets en palmen uitkwamen, en telkens werd dat gezicht ook weder aan hun oog onttrokken.

Daar moest de koning even om glimlachen en hij zei: "Misschien komt gij om een aalmoes te vragen?" Toen zei de oude vrouw zeer verlegen: "Ja, Uwe Majesteit, alsjeblieft!" Nu riep de koning zijn bedienden en gaf hun bevel de oude vrouw tien kronen te geven, wat zij deden.

Al de heeren kwamen voor haar buigen, en al hunne vrouwen lieten zich, de eene voor, de andere na, bij haar brengen. De jonge dames deden hun best om haar te naderen, of wenkten haar met het daarbij behoorend lachend gezicht toe, dat het onmogelijk was. Zij gaf een soort van pleeggehoor.

Een weinig omgang met dit uitmuntende meisje, een weinig nadenken over mijn toestand, deden mij gevoelen dat ik, slechts denkend aan mijn vermaak, mijn geluk had gevonden.

Wat de eersten aangaat, die zijn, als ze bestaan, al zeer bescheiden, want wij hebben de eenzaamste wegen bezocht en de meest afgelegen provincies, te voet, per rijtuig, per fiets en per ezel, des morgens, overdag en des nachts, bij maneschijn en zonder maan, zonder ooit wat anders te ontmoeten dan vreedzame boeren, op hun ezeltjes gezeten, of karren, bespannen met kleine, goedmoedige ossen, die eerder deden denken aan Berquin dan aan de verschrikkingen van het Ambigu.

Ook bij het grondigste werk in de kast heb ik nooit een sluier of handschoenen gebruikt, en ook de schooljongens deden het er zonder. De bijen zijn zeer zwermlustig en, wat ik vaak heb waargenomen, ook bij zeer regenachtig weer gaan ze uit, om honig en stuifmeel te halen.

Ik zelf kroop half tegen den dam op, half werd ik er tegen opgetrokken. Eerst nu voelde ik, dat mijn kleeren als lood aan mij kleefden. Rondom mij was alles een en al gejubel; slechts twee hieven klaagtonen aan. Zij, die dat deden, meenden dat de vrouw dood was. Ik zei hun echter dat zij onmogelijk verdronken kon zijn, ofschoon het kon zijn dat de botsing haar gedood had.

De veldslag duurde voort; ik, als eenvoudig strijder kon niet weten wat er op eenige stappen van mij geschiedde; ik zag niets vóór mij dan eene onmeetbare wolk rook, die de slagorde des vijands afteekende; ik hoorde niets dan de duizenden geweerschoten, die zich tot een aanhoudend geknal vermengden, de ontzaglijke stem der kanonnen, die den IJzerberg onder onze voeten deden sidderen, het gefluit der kogels, het gehuil der ballen en bijwijlen ook het gekerm mijner broeders, die met afgerukte leden of doorboorde ingewanden nedervielen en eenen pijnlijken doodskreet slaakten of, stervend, nog den nationalen roep aanhieven: "Leve de Vrijheid!

Het waren meestal zeekalven; de wijfjes pasten op de jongen, de mannetjes hielden de wacht. Als zij van de eene plaats naar de andere gingen, deden zij kleine sprongen, en steunden daarbij gedeeltelijk op hun zwemvliezen, die bij de met hen verwante zeekoeien veel hadden van armen.