United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


De beide echtelingen broeden om beurten; beide houden zich gemeenschappelijk met de voedering van de jongen bezig, die met teere rupsjes en vliegende Insecten, vooral met Muggen, grootgebracht worden. "Ik heb," zegt Baldamus, "14 jongen gedurende geruimen tijd altijd bijeengehad en in 't leven gehouden met zoetemelksche kaas, vermengd met fijngewreven hart van Hoenderen.

De berichten over het voorkomen van den in 't wild levenden Kalkoen in Noord-Amerika zijn, volgens Baldamus, uit lateren tijd afkomstig. In Virginië vond men hem in 1584, in Pennsylvanië in 1753. Smyth trof hem in de onbebouwde gewesten ten westen van Virginië in kudden van meer dan 5000 stuks aan.

Baldamus vond nooit meer dan 7 eieren en ook altijd 7 jongen in een nest. De eischaal is uiterst dun en teer, fijnkorrelig van oppervlakte en zonder sterken glans; haar kleur is sneeuwwit, maar schijnt lichtroodachtig door, zoolang het ei niet geledigd is.

Een bijzondere vermelding verdient de nestbouw dezer Meezen. Zij behooren tot de uitmuntendste bouwmeesters, die wij kennen. Haar nest, een heerlijk kunstwerk is alleen met het bovenste uiteinde vastgehecht; het hangt dus evenals de nesten van de Wevervogels vrij en in de meeste gevallen boven het water. Baldamus, die er de beste beschrijving van heeft gegeven, zegt: "Ik ben 7 weken achtereen bijna dagelijks in de gelegenheid geweest den kleinen bouwkunstenaar gedurende het bouwen van het nest en het broeden na te gaan; ik heb meer dan 30 nesten gezien en in handen gehad. Het bespieden van den arbeid van kunstige nestbouwers is altijd een zeer aantrekkelijke bezigheid; zij is echter bij onzen Vogel meer in 't bijzonder aangenaam, daar wegens zijn argeloosheid het naderen van zijn werkplaats volstrekt niet moeielijk is. Ik heb den geheelen gang van den arbeid waargenomen en nesten op verschillende trappen van voltooiing gezien en verzameld. Het nest vond ik (in het Witte Moeras) steeds aan de uiterste twijgspitsen van den daar in overvloed voorkomenden brozen wilg. Hoewel er, althans ten tijde van het aanleggen der nesten, steeds water en moerasplanten in de nabijheid waren, bevonden de nesten zich toch niet alle onmiddellijk boven het water; geen enkel nest was ver genoeg in het rietveld gelegen om er eenigermate door verborgen te zijn. Integendeel, de op geringe hoogte aangelegde nesten waren steeds buiten het bereik van den groei der riethalmen, de meeste aan den rand van het rietbosch, bij en boven het open water, alle gemakkelijk te vinden. Zij hingen op een hoogte van 4

Baldamus verhaalt, dat zulk een Vogel, die in een nesthokje van zijn tuin broedde, door het herhaaldelijk kijken naar het nest, zoozeer aan dergelijke storingen gewoon was geraakt, dat hij rustig op het nest bleef zitten, wanneer het kastje in de kamer gebracht en het deksel er afgenomen werd.