United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar de menschheid bekeert zich niet; de kerk strijdt, predikers en dichters klagen en vermanen vergeefs. Oeuvres de Georges Chastellain, ed. Kervyn de Lettenhove, 8 vol., Bruxelles 1863-'66, III p. 44. Chastellain, II p. 267; Mémoires d'Olivier de la Marche, ed. Journal d'un bourgeois de Paris, ed. Journal d'un bourgeois, p. 20-24. Vgl. Journal de Jean de Roye, dite Chronique scandaleuse, ed.

Vgl.: "Sy roept 'et door het bosch, sy klaeght 'et alle man Sy spreeckt de wachters zelfs, maer niemant weet 'er van". Maer waer toe langh ghekermt, ick ga de bueren spreken, En zie noch yet te doen, om dit gheweldt te wreken. en ons: iemand gaan spreken.

Vs. 319, 2057, 5328, 4984; andere dergelijke uitdrukkingen: 399-400, 402-4, 1170, 2099. Vs. 5035, 5056; 2768-'84; 3500 vlgg. Vgl. het in menig opzicht uitnemend proefschrift van Dr. A. VAN BERKUM: De Middelnederlandsche bewerking van den Partonopeusroman. Zie VAN BERKUM a.w.

Vgl. vs. 657-8, 2138, 2830, 2908, 3201, 3762, 3832, 4534, 4749, 4783, 4839, 5275, 5392. Ook in de Fransche epische poëzie was dit heiligen-rijm bekend. Vgl. NYROP in de vertaling van Gorra, p. 383. Vgl. FRANCK'S uiteenzetting in Tijdschr. v. N.T. en L., XIX, 45-46. Misschien had het hs. Moriau'; het is bekend hoe licht u en n verwisseld werden. Vgl. Dr. BERGSMA'S uitgave van K.e.E., bl. 47-48.

III p. 292; Sermo de nativitate Domini, III p. 946. Deschamps, I p. 271ss. no. 145, 146, p. 217 no. 105, vgl. II p. lvi en Gerson III p. 85. Gerson, Considérations sur le peché de blasphème, Op. III p. 889. Regulae morales, ib. III p. 85. Ordonnances des rois de France, t. VIII p. 130, Rel. de S. Denis, II p. 533.

Vgl. o.a.: Rijmb., I, 2755; Sinte Franc., 9-10; 51-40. Het verhaal van den "coninc van versen" ald. vs. 1917 vlgg.; men vindt het ook in het Latijn. Vgl. o.a. den Proloog van der Nat. Bloeme, vs. 108-116; TE WINKEL, Maerlant's Werken, p. 368; waai heidsliefde o.a.: Rijmb., I, 25, 4885, 34830; waarheid en wonder: Nat. Bl., I, 486-'93; IV, 5 vlgg.; V, 413 vlgg.; Sp.

Chastellain, Traité par forme d'allégorie mystique sur l'entrée du roy Loys en nouveau règne, Oeuvres, VII p. 1; Molinet, II p. 71, III p. 112. Vgl. Coquillart, Les droits nouveaux, ed. d'Héricault, I p. 72. Opera, I p. xliv sq. H. Usener, Götternamen, Versuch zu einer Lehre von der religiösen Begriffsbildung, Bonn, 1896, p. 73.

Het meervoud beteekent de afzonderlijke beschikkingen van het noodlot betreffende een persoon of zaak; ook = Parcae. Vgl. moira. Fatuus, naam van Faunus als orakelgevend god. Volgens een verhaal zou hij zich eens door Numa hebben laten dronken maken, en toen gedwongen zijn hem de geheimen der godenwereld te openbaren. Fauna, zie Faunus en Bona Dea. Als orakelgevend god wordt hij Fatuus genoemd.

Proza, bl. 176. Met "broeder Robbeert" is misschien een pauselijk inquisiteur der 13e eeuw bedoeld. Vgl. FR

384. wort, praesens? ook 726, 727, 731, 732; maar wort praet. bij werden, wert 972, 1093, 1126, 1576, 1801. 407. die, naast dien; passim, vgl. Van Helten, Vondels Taal, § 124; Mndl. Van Helten, Vondels Taal, § 206, en Add. Maar al te veel bloemen staan dag aan dag te pronken; een frisse stengel hebben ze, maar niemand heeft er lust in.