United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij huppelden bijna op onze stelten van pleizier, en zelfs Jan werd er vroolijk van. »Wat is mijnheer Denappel toch vriendelijkzei hij opgetogen. »'t Is een man, zooals er maar weinig zijnDat waren wij volkomen met hem eens. Wij zagen hem in de verte al druk rondloopen, om alles in orde te brengen.

Gij blijft het kind dat struikelt, zoodra het den steun van moeders wenken mist .... Komaan, jongen, ik zal u niet verlaten. Heb ik u slecht geraden toen ik u zei dat, voor de heerschzucht der armen, de politiek de eenige toevlucht is? Gij hebt mij in dien tijd toch willen gelooven en gij hebt, gretiger dan ik het mij inbeeldde, aanvaard wat ik u heb aangeboden zonder gretigheid.

Kort daarop werd Luther ernstig ziek. Hij dacht niet anders dan te zullen sterven; en deze gedachte joeg hem vrees aan; want hij had nog geen vrede met God. Maar een oude priester, die hem op zijn kamer bezocht, stelde hem gerust. »Houd maar moed, mijn jonge vriendzei hij. »Ge zult aan deze ziekte niet sterven. Onze God zal van u nog een man maken, die voor velen tot troost zal zijn

Kapitein Hod sloop er na hem in en ik volgde hem. De plaats was wel wat bekrompen voor de gebaren van onzen gastheer, die zich weerde alsof hij in een salon geweest was. »'k Maak u mijn kompliment," zei kapitein Hod, na den toestel bekeken te hebben. »'t Is waarlijk vernuftig bedacht."

Die heb ik je al gezegd. Neen, dat heb je niet. Je zei: omdat er te veel van jou in was. Nu, d

Maar Van Belleghem zei haar hoeveel hij 't jongetje al dadelijk zou geven en dat was zooveel meer dan wat hij als koewachtertje kon verdienen, dat zij al spoedig toesloeg.

»Luister, Mosje!" zei Bram, half gemeenzaam, half gebiedend, »hier zijn een paar stukken, maak jij die nu eens heel gauw voor me in orde! Op zegel, hoor! en netjes zooals we dat van je gewoon zijn." »Wat noemt u heel gauw, mijnheer Duinstee!" vroeg Mosje met een tintje van nurksheid. »Mijnheer Rosemeijer hier, wou er op wachten, je zoudt er hem en mij een heel groot pleizier mee doen, weet je!"

Slechts in het kort vertelde ik haar van al mijn avonturen, maar bij het bezoek van den zoon van Bertrand Muscada, den kruidenier uit Oviédo, bij mij te Madrid, stond ik langen tijd stil. "Ik moet u bekennen," zei ik, "dat ik dien slecht heb ontvangen en om zich te wreken zal hij zeker wel niet veel goeds van mij hebben gezegd."

"Bedoel je dat ze Flack gepakt hebben?" vroeg iemand. "'k Zag wel dat er een op 'em afkwam." "Schoot je niet?" "Hoe kon ik dat nou?" "Heeft iedereen geladen?" zei Cossar over zijn schouder. Van alle kanten werd toestemmend geantwoord. "Maar Flack " zei er een. "Je wilt toch niet zeggen dat Flack " begon een tweede.

Ach, gij zijt gelukkig, dat gij een tehuis hebt om heen te gaan," zei hij, toen zij het hem vertelde, en verder zat hij zwijgend in een hoekje aan zijn baard te plukken, terwijl zij dien laatsten avond haar kleine receptie hield.