United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voor stoomwerktuigen van lage drukking laat men, gelijk gezegd is, de stoom in vele gevallen tot omstreeks drie vierde van den zuigerslag in den cilinder vloeijen; in § 47 is gezegd, dat men in die werktuigen gewoonlijk met stoom werkt, die op 129 Ned. looden per vierkanten Ned. duim gespannen is, en dat die spanning vermindert tot op 120 looden van wege den tegendruk, welke in den condensor heerscht.

De oorzaak derhalve, waardoor de over het glas gespannene blaas naar binnen zet, moet daarin worden gezocht, dat de buitenlucht dezelve met kracht drukt, terwijl in de binnenruimte geen genoegzame tegendruk, door de uitzuiging of verijling te weeg gebragt, bestaat. Deze zelfde oorzaak geldt insgelijks, bij het tweede aangehaalde voorbeeld.

Telkens als de stoomzuiger eenen slag op- of neer doet, wordt dezelve gedrukt met een vermogen, dat met de spanning van den toegevloeiden stoom aan eene zijde des zuigers gelijk is, min den tegenstand, welken de zuiger aan de andere zijde door het onvolmaakt ijdel in den condensor ondervindt; de stoom, welke in stoomcilinders van lagen druk gewoonlijk werkt, gaat den gemiddelden druk des dampkrings omstreeks een vierde deel te boven; dat is bedraagt ongeveer 129 Ned. looden op eenen vierkanten Ned. duim; doch door het nimmer volmaakt ijdel binnen den condensor, heerscht aan de tegenzijde des stoomzuigers nagenoeg een tegendruk van 9 Ned. looden per vierkante Ned. duim, welke dus van de stoomspanning moet worden afgetrokken, waardoor elke vierkante duim van den stoomzuiger ter beweging voortgedrukt wordt met 120 looden per vierkante duim.

Deze ruimte zal dan nagenoeg volkomen ledig zijn, en zeer weinig tegendruk zal tegen het ondervlak des zuigers bestaan. De volle dampkring echter drukt op de bovenvlakte van den zuiger, en oefent een vermogen uit, om dien naar beneden te drijven, alzoo hij nu aan de onderzijde bijna geenen tegenstand ondervindt.

In stoomvaartuigen wordt dat water zeer gemakkelijk verkregen, om rede het werktuig zeer nabij van hetzelve is omgeven: door eene opening in het onder water gedompelde deel van het vaartuig vloeit dat water, door eene pijp of buis, naar de injectiekraan en alzoo in den condensor; die invloeijing wordt behalve dat zeer bevorderd door den druk des dampkrings op het omringende buitenwater, en ook nog door de drukkende waterhoogte, die voortvloeit uit den lageren stand van de injectiekraan tegen den condensor onder den waterspiegel, terwijl binnen den condensor slechts geringe spanning of tegendruk bestaat.