United States or Sint Maarten ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Sla maar toe, tot hij het opgeeft! Sla maar toe!" schreeuwde Legree. "Ik zal hem zijn laatsten droppel bloed uitknijpen, als hij niet bekent!" Tom opende zijne oogen en zag zijn meester aan. "Gij, arm, ellendig schepsel," zeide hij, "gij kunt niet meer doen. Ik vergeef u met geheel mijne ziel!" en met deze woorden viel hij in zwijm.

Is 't geen wonder, dat ik haar ter wereld bracht en toen al een vrouw was, dat ik nou leef en vroolijk kan zijn en zij daar ligt, koud en stijf! Heere God! dat te denken; 't lijkt wel een comedie 't lijkt wel een comedieTerwijl het ongelukkige schepsel in haar griezelige vroolijkheid mummelde en grinnikte, maakte de lijkbezorger zich gereed om heen te gaan.

Samébito was een vriendelijk schepsel. Na een korte tusschenpooze zeide hij: "Ik kan van daag geen tranen meer storten; laat ons morgen naar de lange brug van Séta gaan, en een goeden voorraad wijn en visch mede nemen. Misschien dat ik, als ik op de brug zit en naar het Drakenpaleis staar, weer zal weenen, als ik aan mijn verloren woning denk, waarheen ik zoo gaarne zou willen terugkeeren."

»En gelooft hij aan mijn schuld?" vraagde hij bijna fluisterend. Het meesterke had reeds zooveel van Eliëzer gehoord, dat hij gerust neen durfde antwoorden. »Maar waarom moet ik dat verachtelijk schepsel toch spreken?" vraagde Frits; »voelt ge dan niet, dat het voor mij een pijniging is?" »Het is de eenige manier, om het vreeselijk misverstand uit den weg te ruimen," zeide het meesterke.

De machine dat schepsel van ijzer, niet het evenbeeld, maar de karikatuur, de aap van den mensch; heerscht hier alom als de natuurlijke bondgenoot en helper van haar heer en meester, van dien bleeken, uitgeteerden, hongerigen man, die haar in beweging brengt, hare gewrichten insmeert en lenig houdt, en haar maag vult met telkens nieuwen voorraad, dien zij brullende verslindt.

"Pardon, Dona de Alva," zegt de gravin op snijdenden toon. "Het meisje is een geschenk van uw vader aan mij. Geef mij mijn zweep, opdat ik haar een bestraffing kan toedienen." "Nooit! Alida behoort mij toe, gij hebt haar aan mij overgedaan; zij is van mij, ik houd van haar en zij staat onder mijn bescherming, zij is mijn Alida. Wreed schepsel! Gij hebt uw zweep terugverlangd? Gij zult ze hebben!"

Ze was bar, nydig, en te-gelyker-tyd weer op-eens ... och, er was niet uit het schepsel wys te worden. Het heldenfeit met de tabak was gedeeltelyk bekend geraakt. Wouter had eerlyk de vyf stuivers verantwoord, die hem van den providentieel gespaarden schelling waren overgebleven... Twee jaren geleden zoud-i dit niet gedaan hebben.

Nu rustte hij uit boven de wereld, die hem en zijn jongen voedde, nu werden zijn scherpe oogen slaperig, en de gedachte aan kwaad dat hemzelf dreigde, of eenig ander schepsel door hem, was ver van zijn hart. Dat is juist zoo mooi van alle groote dieren, van de sterkste zelfs: dat ze nooit wreed zijn, slechts nemen wat ze noodig hebben om in hun behoeften te voorzien.

Hoe harder ze zweeg, hoe meer zin ik an 't likkeurtien kreeg en toe ik in 't leste, zundig mense die ik ben, begun te geleuven dat het goeije schepsel 't glaassien liever wol holden, maokte ik van de accasie, dat ze zich eventies umdreide, gebruuk en drunk het in eenmaol leeg.

Een nieuw leven! Dat was wat hij wenschte. Daar wachtte hij op. Hij was immers al begonnen. Een onschuldig schepsel had hij gespaard. Hij zoû de onschuld niet meer verleiden. Hij zoû braaf worden. Denkend aan Hetty, vroeg hij zich af, of het portret boven in de gesloten kamer ook veranderd zoû zijn. Het kon toch zoo afschuwelijk niet meer wezen.