United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zou men nu bij de in geestontwikkeling, of anders gezegd in grootte toenemende geesten ook niet kunnen stellen, dat hunne denkvormen eerst tot zekeren grens van die van den oergeest gaan verschillen en die toeneming alsdan versnellende is, terwijl later het tegenovergestelde plaats heeft.

De veranderlijke denkbeelden van den Oergeest, bepaalt door de atomistische bewegingen der aarde, oefenen, door tusschenkomst van dergelijke veranderlijke denkbeelden, bepaalt door atomistische bewegingen der deelen van ons ligchaam, geestelijke invloeden uit op door de zintuigelijk onwaarneembare atomistische bewegingen bepaalde denking van onzen geest . Gedroeg deze zich hier tegenover geheel passief, zoo zou hij een aardsch product zijn, en werkelijk tracht die invloed hem daartoe door eene werking der wet van geschiktmaking te verlagen.

Terwijl bij met den onveranderlijken oergeest volmaakt zamengesmolten wezens, wat geschikt is in het eene opzigt ook geschikt moet zijn in een ander opzigt, wat voor den een geschikt is, ook voor den ander geschikt moet zijn, en wat gewenscht is voor het heden ook in de toekomst gewenscht moet zijn, is dit bij veranderlijke wezens geenszins het geval.

Door de werking dier algemeene natuurwet zal aldus het bijzondere bij de veropenbaring der zelfstandigheid door denking verzwakken, die denking naderen tot de algemeenste denkbeelden van den oergeest, en het bijzondere bij de veropenbaring der zelfstandigheid door beweging verzwakken, en die bewegingen naderen tot de algemeenste en onveranderlijke van den ether.

Slechts wanneer de wezens, na eene oneindige groote geestontwikkeling bereikt te hebben, geheel met den Oergeest vereenigd zijn, moeten zij, naar ons inzien, zijne natuur door deze volkomen te deelen, volkomen begrijpen, en dan ook eene volmaakte wetenschap van hunne eigene bestemming en van het werelddoel bezitten.

De wet van geschiktmaking werkt, door de wezens een onveranderlijken aard te willen geven, de vergrooting dier wezens tegen. De wet der veranderlijkheid werkt op eene tegenovergestelde wijze, en moet gedurende het laatste oneindig lange tijdvak, dat de eindige wezens, voor met den Oergeest zamen te smelten, in grootte toenemen, in werking betrekkelijk de wet van geschiktmaking verzwakken.

Wij bezitten eene meer of minder gebrekkige voorstelling, dat voor een deel ons ideaal zoodanig moet zijn, dat het op heffende werkt, hoe hoog ook men binnen de palen der eindigheid gestegen zij, en aldus slechts bij den oneindigen onveranderlijken en aldus volmaakten Oergeest kan bestaan.

Op blz. 145 hebben bijv. gezegd, dat de denkbeelden van den oergeest invloed uitoefenen en geinfluenceerd worden door de denkbeelden der afgescheidene geesten en bij den ether heeft, met betrekking tot de hemelbollen, iets dergelijks plaats.

Zoo hebben wij bijv. het oerwezen met den ether vergeleken, terwijl ook bewegingen bij de massas der hemelbollen bijdragen om de veranderlijke denkbeelden van den oergeest te bepalen, en daarentegen veranderlijke bewegingen bij den ether voor een deel de denking der afgescheiden geesten kunnen bepalen.

Die vergrooting onzer geestontwikkeling is aldus onafscheidelijk van de denking van den Oergeest, en zonder deze zou ons bestaan zelfs onmogelijk zijn, zoodat de gedachte aan hem onafscheidelijk is van die dat de vergrooting onzer geestontwikkeling onze roeping is.