United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


"De leeuwrik, vink en wielewaal, De koekoek, met dat woord, Dien roep, die meer dan één gemaal Wel minder gaarne hoort; want niemand is wel zoo gek, een vogel te willen tegenspreken, al roept hij het nog zoo dikwijls achtereen, maar het is toch niet pleizierig zoo aangeroepen te worden.

De vrouw is in het water verdronken en het water heeft geen gerucht gemaakt. En de witte man ... wacht eens even ... die heb ik gezien en herkend.... Wel! wel! wat er toch al gebeurt!... En ik heb niets gedaan om dat te beletten. Niemand heeft iets gedaan. Waren daar nog andere menschen? Rechtuit gesproken, ik geloof het niet. Ik had moeten toespringen.

Maar," vervolgde hij schouderophalende: "als ik spreken moet" niemand had er hem toe uitgenoodigd "dan zou ik meer kunnen zeggen dan een van de heeren die hier present zijn.

"Wat 'n verschrikking!" "Was dat de vader?" Een kwartier blijft alles zoo. De agent buiten wandelt op en neer. Binnen is het stil. Dan gaan de deuren open. De man met het witte wambuis rood, strak, komt er uit. Niemand durft vragen. De agent draagt een pakje, ingewikkeld in een laken. "Op zij mense!"... Achter hem de dokter. "Is-ie dood?" "Ja mense." "Ach God! Ach God!"

Bezoek mij morgen weer, morgen is er niemand thuis.

Sedert dien tijd heeft niemand het gewaagd, den schat te verkrijgen. Ruine Fürstenberg De geest der moeder Hoewel de burchtheer Lambert von Fürstenberg een levenslustig en genotzuchtig ridder was, zoo toch was hij zijn zachtzinnige gemalin Wiltrud, die van het geslacht der Florsheimers afstamde, zeer genegen, vooral nadat deze hem een zoontje geschonken had.

Nu, wij waren doodonschuldig aan de geheele zaak, dat kan niemand ontkennen, maar toen wij zagen, welke booze blikken de bakker op ons wierp en hoe hij naar zijne zweep zocht, vonden wij het geraden, ook het hazenpad te kiezen. Wij volgden daarom Bob meer overhaast dan eervol en hadden hem weldra ingehaald.

Niemand groette hem: waaruit moest worden opgemaakt dat M. zijne standplaats niet was; ofschoon zijn rustige gang in eene bepaalde rigting, grachten langs en pleinen over, bewees dat hij den weg kende en een doel had.

De oudste antwoordde niet: hij keek naar 't afdruipen van de was aan de kaars, en scheen in gedachten. "Thuis zegt niemand me dat ik steel!" hervatte Crispin; "moeder zou 't niet toelaten! Als ze eens wist dat ze me hier ranselen..." De oudste wendde de oogen van de vlam af, richtte het hoofd op, beet met kracht in het dikke touw en trok er geweldig aan, zoodat het welluidend gonsde.

Voor niemand deed hij iets, niemand had hij lief ja, 't is haast zonde om het te zeggen, maar 't was, of hij zijn eigen ouders niet eens lief had. Hoeveel plezier zijne ouders hem ook aandeden, nooit zette hij een dankbaar en tevreden gezicht. 't Was, of het maar van zelf sprak, dat zijn vader en moeder zoo goed voor hem waren.