United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


O ja, zij zijn barmhartig genoeg. Zij voeden de hongerigen en kleeden de bedelaars. Maar hun eigen zielen verhongeren en zijn naakt. Er is geen moed meer in ons geslacht. Misschien hebben we dien ook nooit gehad. Vrees voor de menschen; de bazis van alle moraliteit; vrees voor God: het geheim van den godsdienst zijn de twee dingen, die ons regeeren. En toch ...

De stem van de jonge Gwyde, die hen bij het Vaderland bezwoer om te blijven staan, gaf hun moed genoeg, maar dit hielp niet, het geweld was te groot, en al wat zij op de bede huns Veldheers doen konden, was hun ontwijking zo langzaam mogelijk uit te voeren.

Door de vele ervaring welke hij had opgedaan, kwam hij altijd tot deze slotsom: Gij ziet dus mijne vrienden, dat wij geene reden hebben om den moed op te geven. Het stuk ijs waar wij ons op bevinden is stevig genoeg en nu het weer gaat vriezen, bestaat er geen gevaar meer dat het stuk zal gaan.

De Heeren Evertsen en Almonde zijn verstandige lieden, en de Prins bezit de gave der overreding althans," voegt hij er bij, "wanneer hij met geene al te zwaartillende Heeren te doen heeft." "Zeer waar," zegt Witsen: "er behoort moed toe, om 't met Z. Hoogheid oneens te blijven."

Niet omdat de deugd van kuischheid voor het ras zooveel belangrijker is dan de deugd van trouw, de deugd van moed, de deugden van blijmoedigheid, hoffelijkheid, vriendelijkheid, maar omdat de geslachts-verhouding waarin wij leven zooveel invloed uitoefent op de verdere ontwikkeling en regeling van onzen geheelen zedelijken aard, daarom hechten wij er zooveel beteekenis aan.

Nu zijn er bloemen genoeg op den weg van den dichter. Al wat donker en slecht en hatelijk is, smelt weg uit zijn hart. "Wat is u goed, wat is u goed," zegt hij. Dicht bij hen loopen de golven storm op al de eer en heerlijkheid van Ekeby. Nu hebben de menschen geen leider meer, niemand, die hun moed en hoop inspreekt.

"Ik zou het liefst willen, dat Mevrouw de gravin niets meer zei." Maar de moeder van het kind ging voort: "Er is er meer dan éen, Gösta, die je vrouw zou willen worden uit liefde; maar zoo is het niet met mij. Als ik je liefhad, zou ik geen moed hebben te spreken zooals ik nu doe. Voor mijzelf zou ik zoo iets niet vragen, Gösta; maar, zie je, het kind moet toch een vader hebben.

Zoo sprak Alliene maar zij zeide niet alles in volle waarheid was zij gevoelde in heur hart voor den ridder, groot van prise, die vol edelen moed haar had beschermd en verlost van twee booze feloenen.

En hij hernam, nieuwen moed scheppend in versche geuten van liefde en nieuw vertrouwen in den aangroeienden drang van volzinnen: Indien het u mocht klaar worden hoe innig ik en anderen naar uwe moreele herwording trachten, mijn kind, voorzeker zoudt gij met schoonere aandacht luisteren naar mij naar mij, die de gezonde waarheid ophef tegen de leugens, die u verteren.

Je hebt moed, niet waar? Max, je weet dat ik moed heb ... als ik by je ben! Welnu! Hy stond op, en schreef 't volgend rekwest, naar myn inzien een voorbeeld van welsprekendheid.