United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nadat de heer Pieter van Meppen de zon had laten ondergaan en opkomen over zijnen toorn, voelde hij dien aanmerkelijk bekoeld, en was hij innerlijk zeer verblijd, toen hij, den volgenden ochtend de school binnentredende, Justus als naar gewoonte reeds bezig vond met de kinders den gebruikelijken lofzang uit te blaten ter inwijding van den nieuwen dag.

Marieken, in hare verlatenheid, was tot Justus en Justus, in zijne deelneming, was tot Marieken genaderd.

Hij is voor mij een bekrompen schoolvos. Zeg zelf hoe zal dit langer samen passen?" Daar biggelden twee groote tranen Marieken langs de wangen. Het was zoo waar, wat zij hooren moest; en juist dáárom was 't zoo hard het te moeten hooren. Justus' drift had zij gemakkelijk vermeesterd; tegen zijne rede wist zij niets in te brengen.

De meester deed wel zijn best om uitermate grimmig te kijken, zoodat menig wichtje zijne ooren al voelde tintelen maar overigens toonde hij door taal noch teeken dat er tusschen hem en zijnen trawant iets ongewoons was voorgevallen. Wat Justus betreft, ook hij hield zich voortreffelijk in zijne rol.

Want in dat boek in dat hartje wil ik zeggen had hij zooveel liefs kunnen lezen; en om de zegelen er van te ontsluiten, was ook geen wonderdier noodig met zeven hoornen en zeven oogen. Och neen! Een eenvoudige ondermeester had ze verbroken. Justus Eykendaal kende bladzijde bij bladzijde van buiten.

Er zijn ridders die zich reeds den hemel te rijk voelen, wanneer Dulcinea de weergalooze hun veroorlooft eenen handschoen voor haar van den grond te rapen, of hen begenadigt met een hoofdknikje ten antwoord op hunnen nederigsten groet. Van deze stroopbloedige soort had Justus Eykendaal tot vervelens gelezen; maar hij behoorde tot haar geenszins.

»Wat nieuws en wat moois!" zeide de ondermeester op geheimzinnigen toon. »De historie van eene waternimf. Zullen we een hoofdstuk snoepen?" »Graag! o graag!" riep Marieken; en meteen stak zij, het nijvere kind, de naald met roode zijde in het fluweelen calotje, dat zij werkte voor haar vaders verjaardag. Nu begon Justus met zachte stem te lezen, hoe de ridder tot den visscher kwam:

»Is je vader uit?" fluisterde Justus; en hij blikte daarbij zóó geheimzinnig rond, dat het meisje van ontsteldheid geen geluid kon geven. Zij knikte slechts bevestigend. »Kom mee dan!" hernam de ondermeester, haast gebiedend. Zwijgend rees zij van haren stoel. Justus liep haastig vooruit, het kerkhof op, en verdween achter de ruïne. Marieken achter hem, wat langzamer.

En op zekeren dag, als hij haar na eene vrij lange afwezigheid terugzag, voelde hij plotseling dat hij haar nog om iets anders dan hare deugden liefhad. Het is wonderlijk, hoe sommige vrouwen eensklaps schoon worden; of wel, hoe sommigen mannen opeens voor hare schoonheid de oogen opengaan. Justus en Marieken houden in zeker vriendelijk Geldersch dorp eene bloeiende kostschool.

Nu en dan sloeg zij de oogen peinzend op. Het laatste avondgloren achter de twee Delftsche torens legde over hare wangen zijnen weerglans van karmijn. Opeens hoorde zij eenen voetstap naderen. Een jonge man trad behoedzaam om den hoek van den kerkhofmuur heen. Justus Eykendaal stond vóór haar. Wanneer men eenzaam zit, en een goed oud vriend.... Maar hoe nu!