United States or Åland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen was er hier een groot feest; maar daarvan zal ik je later eens vertellen.

Maar....” „Kom! kom! je zult wel te helpen zijn.

"Rust, meisjen! Van 't reisjen; Ik merk, je bent moê." Hij rende, Hij wendde, Zij lachte hem toe; "'k Heb fraaijer Geen draaijer Gezien op de baan, Dan jij, die tot zesmaal beentje over kunt slaan." Flip keerde; Zij weerde Den stoutert wel af, Maar pruilde Noch druilde, Wat pas het ook gaf. "Hoe heetje?" "Dat weetje." "'k Geloof haast van ja," Zoo sprak hij en trok met zijn schaatspunt een K.

Ze aten en dronken van de bovenste plank, en verlakten het werkvolk, waar de meesten van hen, vroeger zelf toe behoorden. Begrepen jongens: één zeit er bij voorbeeld tegen je: Vooruit mannen, er onder met de rijken! Dan denken jelui: Vooruit naar den vetpot, nietwaar?

Tegen hoe laat?" "Te middernacht," antwoordde Arentsz.: "ben ik met het aanbreken van den dag niet terug, dan reken je maar, dat ik den Spanjool in handen gevallen en dood ben als een pier." "Kan ik niet meegaan?" vroeg Berkheij. "Onmogelijk," antwoordde 't Leeuwtje: "vooreerst is 't een zending, die mij alleen belast is: in de tweede plaats kan een er lichter doorkomen dan twee.

Je doet alles, wat je wilt. Maar waarom moet je mij dat zeggen? Waartoe?" vroeg zij, meer en meer in vuur gerakend. "Wil dan iemand u dat recht betwisten? Maar je wilt gelijk hebben, dus ik geef je gelijk." Zijn hand sloot zich en zijn gelaat nam een uitdrukking van verbeten toorn aan.

"Ja, en een weergasche mooie meid ook," antwoordde een honorair lid. "Foei, oude snoeper, waar kijk je na?" zei de eerste spreker. Zoo gaat het, wanneer gij op concerten speelt. Waarom laat gij het niet liever? De tweede afdeeling bood niets bijzonder opmerkenswaardigs aan.

Ze lieten paarden en wagens achter op de plaats en trokken met zekere plechtigheid op naar het huis. Beerencreutz en Julius hadden kapitein Lennart tusschen zich in. "Word nu wakker, Lennart," zeiden ze tot hem. "Je bent nu thuis. Zie je dan niet, dat je thuis bent?" Hij deed de oogen open en werd bijna nuchter. Hij werd aangedaan, omdat ze hem thuis brachten.

"Gij hebt ongelijk, Ned," hernam ik; "de lage kust, daar in het zuiden zichtbaar, is de Egyptische kust." "Vertel dat aan anderen, mijnheer," zei de stijfhoofdige Amerikaan. "Maar als de professor het toch verzekert," bevestigde Koenraad, "moet je mijnheer gelooven."

En hij dacht bij zichzelf: »Als ik zoo alleen door de straat ga, zal ik gauw de slagershonden achter mij hebbenEn dat gebeurde ook, de honden kwamen hem achterna, en hadden plan hem zijn kostelijke huid uit te stukken. Maar hij rende van wat ben je me, en hij vluchtte in een schilderhuis zonder dat de schildwacht het merkte.