United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


En moet ik me daarenboven nog binden aan een geboren duivel, die maar hoeft te willen, of hij heeft de macht om « Naar adem hijgend, begon de man te stamelen; op hetzelfde oogenblik stremde hij den stroom van zijn toorn en veranderde geheel van houding.

't Is zijn gestalte, zijn gezicht, nauwelijks iets verouderd; er zijn lieden die niet verouderen; ik weet niet wat zij er voor doen. 't Was de toon zijner stem. Hij was beter gekleed, anders niet. Ha, oude geheimzinnige duivel, nu heb ik u! Hij zweeg en zeide vervolgens tot zijn dochters: "Gaat! 't Is zonderling dat 't u niet in 't oog is gevallen." Zij stonden op om te gaan.

"Gelooft mijnheer dus niet aan reusachtige inktvisschen?" vroeg Koenraad. "Kom, wie heeft daar ooit aan geloofd, voor den duivel!" riep de Amerikaan. "Zeer veel menschen, vriend Ned." "Geen visschers toch; misschien geleerden." "Neen, Ned, visschers en geleerden beiden."

Als vader daarvan vertelde, waren we doodstil. De duivel is los in "waarom" zei hij. De duivel is iets, waar de menschen elkaar zoo onder elkaar bang mee maken; en het moet ook iets heel ergs zijn. Zeg, jouw vader en moeder hebben raar met je omgesprongen; ik zie ze hier nergens in de buurt. Zijn ze dood? Ik weet het niet! zei bedeesd het viooltje.

"Erger, veel erger," murmelde de boer. "Hij is een toovenaar en gaat met den duivel om." Een schaterlach onderbrak zijne woorden; zoowel de meid als de juffer spotten luidruchtig met de verrassende uitlegging. De boer aanschouwde hen met wijd geopende oogen. Het scheen hem eene ongehoorde zaak, dat vrouwen zoo ongeloovig konden zijn, en konden lachen met zulke ernstige dingen.

Alle geluk en vreugde zijn valstrikken van den duivel en staan in de soldij van de Dood; smart daarentegen en ongeluk zijn de voorschool van de Deugd, een beloning die God de uitverkorenen ten deel doet worden, een pand voor het loon hiernamaals. Men moet dezer wereld sterven.

"Voor wat duivel, zou ik daaraan denken," antwoordde Tom; "dat is wel het laatste, waar ik ooit lust heb om aan te denken ik geef er den brui van!" En daarmede wentelde Tom zich om en bracht het dek weder in eene wanorde, die schrikkelijk was om aan te zien. "Die kerel en die meid zullen wel hier wezen, denk ik?" zeide hij, na eene poos van stilte, op norschen toon. "Dat zijn zij," zeide Dorcas.

Maar toen spugde Tonia den weerwolf in het gezicht en trok ze zijne haren uit, zeggende: Gij zult betalen, met zacht vuur, met gloeiende tangen: uwe oogen zal ik met mijne nagelen uitrukken! Intusschen waren al de visschers, boeren en vrouwlieden van Heist bijgekomen, als zij vernomen hadden, dat de weerwolf geen duivel, maar een man was. Eenigen droegen lanteernen en toortsen.

Evenals wij de herinneringen aan overledenen als beelden in onze gedachte hebben, en hen zien, terwijl ze niet verschijnen en met hen verkeeren terwijl ze niet bij ons zijn, aldus neemt ook de duivel afdrukken van de vormen der hem gebrachte offers en omgeeft zich en de zijnen er mee, regen gevende maar geen water, vuur makende, maar dat niet brandt, een visch gevende maar geen spijs, en goud schenkende, maar dat niet werkelijk is.

De tweede zorg van den kapitein was, om den ongelukkige weer in het leven te roepen; ik wist niet of hij daarin slagen zou; ik hoopte het wel, want de arme duivel had niet lang onder water gelegen; maar de slag met den staart van het monster kon hem gedood hebben.