United States or France ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die oostwaarts gevluchte Kalmucken wonen thans nog aan den Altaï en zijn afhankelijk van China.

Het verbreidingsgebied van den Argali reikt van de bergen van het district Akmolinsk tot den zuid-oostrand van de Mongoolsche hoogvlakte en van den Altaï tot aan den Alatau; misschien strekt het zich nog verder zuidwaarts uit.

Dat leek heel gunstig in vergelijking met de rapporten, die men omtrent de andere wegen ontvangen had. De weg van Turkestan door Samarkand en de berg weg van den Altai waren als onbegaanbaar opgegeven. Maar met al die passen, die zoogenaamd breed genoeg waren, bleef er slechts die van Mongolië door Kalgan en Kiachta over! De indruk van al die rapporten was niet erg bemoedigend.

Zijn verbreidingsgebied strekt zich uit over geheel Europa, en reikt voorts over den Kaukasus en den Oeral, door het geheele zuiden van Siberië tot aan den Altaï en tot in Achter-Azië. Het dier is echter niet overal en ook niet in alle jaren even menigvuldig.

In Europa vindt men hem in Skandinavië, Rusland, Engeland, Duitschland, Nederland, Frankrijk, Italië en Spanje, in Azië tot aan den Altaï, zuidwaarts tot aan de bronnen van den Jenisséi.

Uiterst zelden vindt men gele en witte Mollen. Het verbreidingsgebied van den Mol strekt zich uit over Europa, Noord-Afrika en reikt door Azië tot aan den Altaï en zelfs tot in Japan. In Azië vindt men hem noordwaarts tot aan den Amoer en zuidwaarts tot aan den Kaukasus; in de Alpen treft men hem nog op een hoogte van 2000 M. aan.

De traditiën en de mythen, aangaande den oorsprong van al deze volken, wijzen naar den Altaï, het hooge midden-gebergte van Azië, aan de grenzen van China en Rusland, heen.

De Saïga bewoont de steppen van Oost-Europa en van Siberië, van de Poolsche grens tot aan den Altaï.

Hoe in Azië de vroegere Finsche volken te gronde gingen, en welke overblijfselen van hen, daar in Siberië en aan den Altaï misschien nog te vinden zijn, hebben wij hier niet te onderzoeken. Volgens ons aanvankelijk plan, blijven wij met onze beschouwing aan de westelijke zijde van den Ural.

Met uitzondering van de noordelijkste landen van Europa, bewoont de Grauwe Vliegenvanger alle breedte- en hoogtegordels van ons werelddeel. In Zuid-Europa is hij gemeen; oostwaarts strekt zijn gebied zich uit tot den Kaukasus en den Altaï; op zijn winterreis begeeft hij zich tot in de wouden van Centraal-Afrika. Hij is volstrekt niet kieschkeurig, maar neemt iederen struik voor lief, die slechts eenigermate voldoet aan de door hem gestelde eischen. Hooge boomen, vooral zulke, die aan den waterkant staan, bieden hem al wat hij voor zijn leven noodig heeft. Hij schuwt het gewoel van de menschen niet, vestigt zich daarom dikwijls te midden van dorpen, ja zelfs op het erf van een hofstede; even lief zijn hem echter de oorden, die de mensch slechts zelden bezoekt. Al naar het weer gunstig is of niet, verschijnt hij bij ons in het laatst van April of in het begin van Mei, gewoonlijk paarsgewijs; kort na zijn aankomst begint hij zijn nest te bouwen. Dit geschiedt op een afstand van 2