United States or Vanuatu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gelijk men met zekerheid niets weet omtrent den oorsprong van de aardolie, zoo kan men ook slechts gissingen opperen ten aanzien van de gedaante en de verdeeling der beddingen in de verschillende geologische aardlagen. Een punt schijnt vast te staan: namelijk, dat de vroegere hypothese van eene doorloopende horizontale oliebedding onhoudbaar is.

De boor kan in die holten doordringen, maar ook daarlangs heen gaan; twee naburige putten kunnen gevoed worden uit twee holten, die op zeer verschillende diepte liggen. Is de boor in een reservoir van aardolie doorgedrongen, dan kan er tweeërlei gebeuren.

Herodotus, Aristoteles, Plinius, Plutarchus, geven ons meer of min uitvoerige beschrijvingen van oliebronnen of naphtabeddingen, die in hun tijd geëxploiteerd werden; Strabo verhaalt dat de Egyptenaren eene soort van naphta of asphalt gebruikten bij het balsemen hunner dooden; bij den bouw van Babel en Ninive bezigde men eene soort van asphalt, dat door verdamping van aardolie uit de bronnen in de nabijheid van den Euphraat verkregen werd.

Tot in het midden der 19de eeuw boorde men meestal niet dieper dan 30 M. om de aardolie te verkrijgen, die eigenlijk niet anders dan als smeerolie werd gebezigd.

Om dergelijke verschijnselen te verklaren, heeft men vrij algemeen de hypothese aangenomen dat de aardolie is opgesloten in holle ruimten, die onregelmatig van vorm zijn en ook ten aanzien van diepte en ligging zeer ongelijk verdeeld.

Tot in het midden der 19de eeuw boorde men meestal niet dieper dan 30 M. om de aardolie te verkrijgen, die eigenlijk niet anders dan als smeerolie werd gebezigd.

Men ziet slechts zelden in Roemenië bronnen, die onder den druk der ontwikkelde gassen de vloeistof hoog boven den grond doen opspuiten. Gewoonlijk heeft men hier te doen met onderaardsche verzamelbekkens of met leem- of leilagen, die de aardolie vasthouden bij wijze van een spons.

Ook in China en Japan is de aardolie sedert onheugelijke tijden bekend; zelfs werd zij reeds in de oudheid voor het branden van lampen gebruikt. Al heeft de wetenschap dan tot dusverre nog niet het raadsel kunnen oplossen, hoe en waardoor de aardolie eigenlijk ontstaat, voor ons is het genoeg dat de kostbare brandstof voorhanden is en wel, naar het schijnt, in onuitputtelijke hoeveelheid.

Buizen loopen langs de wegen; de bodem is vet en zwart, en links en rechts ziet men meren van petroleum. De petroleumvoorraad onder den grond vloeit in een vaste richting. Hier is een derrick, die niets levert, en op vijf meter afstands staan er drie of vier, die hun eigenaar een fortuin opbrengen. Er worden gangen gegraven, om de aardolie onder water te vervolgen.

Ik behoef er dan ook niet bij te voegen, dat de gevoelens der geleerden op dit als op zoo menig ander punt tamelijk uiteen loopen: wij zullen ons dus in de verschillende theorieën maar niet verdiepen. Reeds sedert overoude tijden is het gebruik van petroleum of aardolie bekend.