United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij trok zijn oog af van de zaag, en zag alleen op dien, wiens hand die zaag trok. Een Judas, een Kajafas, een Pilatus, het waren Hem altegader instrumenten, meer niet. Hij, van wien Hem dit nameloos lijden overkwam, was zijn eigen Vader, zijn Vader in de hemelen. Neen, Pilatus! neen, Kajafas! neen, Judas! gij zoudt geen macht tegen Mij hebben, zoo u die niet van boven gegeven ware!

Als altijd glimlachte Boges, terwijl hij antwoordde: »In mijne oogen vindt gij altijd genade, mijne gouden pauwin, en ook den koning zoudt gij welgevallig zijn, als hij u zien kon gelijk ik u gezien heb.

En op een zoeten Meie-morgen de Wereldoorlog zou weldra gedaan zijn; Wereldoorlogen duurden niet langer dan één enkelen winter sprak zoete Guenever zoete Ysabele aan: Mijne wellieve vorstinne en vriendinne, zoudt gij mij, in afwachting onzer wiganten en zegevierende Koningen, jolijt willen doen?

't Is een prachtig plan, vertel er ons eens alles van," verzocht de oude heer Laurence, die reeds lang verlangd had het paar te helpen, maar wel wist, dat zij toch alle hulp zouden weigeren. "Ik wist wel, dat u mij zoudt bijvallen, mijnheer.

"Dat weet ik niet, Mijnheer! maar dit weet ik: eens was ik heel gelukkig; nu ben ik heel ongelukkig." "Maar toch, gij moet u daarom niet beklagen; gelukkig, wie voor ongeluk vatbaar is! Maar kan ik door medelijden u troosten?" "Ach! wat zoudt gij mij troosten, Mijnheer! misschien is uw hart wel goed. O, kon ik maar iets voor mijn zoon, voor mijn goeden Pieter gedaan hebben!

Vervolg uwe lessen van uur tot uur en van dag tot dag! Met een weinig meer talent zoudt gij misschien, met een weinig minder, zeer zeker gelukkig zijn. Een familietafereel. Het is een mijnheer en eene mevrouw van middelbare jaren, en een jongeheer en eene jongejuffrouw in den bloei der jeugd, en een kleine jongen van zeven jaar daarbij.

Al sprekende drukte hij de hand op het diamanten kruis dat aan zijn hals schitterde en welks hart een miniatuur-portret droeg, »die onderscheiding gold, zoo ik mij niet bedrieg, mijn karakter en niet mijn talent, en dan zoudt gij uit zwakke teederheid voor mij willen dat ik dit karakter hier bevlekte, en die eere gansch onwaardig werd door met intriganten te heulen."

Op uwe christelijke barmhartigheid zal ik mij niet beroepen: gij zoudt in staat zijn mij uit te lagchen. Maar ik kan niet gelooven dat gij enkel als vrouw, hoe hardvochtig de behaagzucht u moge gemaakt hebben, geene deernis gevoelen zoudt met een meisje in Emma's toestand." "Toch wel, freule. Ik ben niet overtuigd dat uwe barmhartigheid eene deugd is, in den zin van eene kracht.

Intusschen worden de toeschouwers niet moede. Nu en dan wekt eene of andere aardigheid de vroolijkheid op, nu en dan weerklinkt een luid gelach; maar over het algemeen heerscht er eene ernstige, plechtige stemming. Ge zoudt oppervlakkig niet zeggen, dat die menschen zich vermaken, en dat zij zich een zoo langdurigen arbeid getroost hebben om zich een zoo pover genot te verschaffen.

Gij zult Hem zien: maar als Hij komt; niet eer. Tot zoolang zij uw ziel daar binnen stil. Hij zond mij uit de hoogte tot u neêr, Opdat gij weten zoudt dat Hij het wil. Nu blijkt het, ja, 'k moet in den Hemel zijn: Want immers, zonder worsteling of pijn Voegt naar Zijn wil de mijne zich terstond!