United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


En echter zeide hij, het was slechts drie voet hoog, niet meer, en dan zulk een buil! Deze redeneering, vol zwaarmoedigheid, bewoog den doctor niet. "Wij zullen niet vallen." "Maar, als wij vallen?" "Wij zullen niet vallen." Dit was klaar, en Kennedy had niets te antwoorden.

»Ik geloof, dat wij hen nu beethebben op het laatst," zeide de kapitein. »Wat denkt gij er van, heer luitenant?" mij daarbij een hartelijken, welgemeenden tik op den rug gevende. »Kom wat zegt gij, willen wij eens een lekkere flesch drinken, na de vermoeienissen van den dag?" »Wacht een oogenblik," zeide ik, »wacht nog een oogenblik."

Maar die kans was niet gekomen, en zooals ik al zeide, stierf ze met het vuile, geknoeide vodje papier in haar hand. Twee dagen later was de termijn om; ik dacht ook, dat 't misschien nog te pas kon komen en loste het in.« »Waar is het nuvroeg Monks snel. »Hierantwoordde de vrouw.

Zij stond stil, dat was zijne stem; o, als zij hem nu eens te gemoet kon gaan en zich aan zijn arm vastklemmen kon; als hij nu eens zeide: "Ik maakte mij bezorgd over u, daarom kom ik," maar neen, vader heeft hem zeker mij achterna gezonden, of misschien zou hij ieder ander gevolgd zijn; hij moest immers in zulk een storm geene dame alleen hebben laten gaan.

Laat dat meiske dat bij u is, zeggen wat zij wil: mij deert het niet. en UEd. moet er niet boos om worden: of zoo UEd. zuur wil kijken, zie dan mijn vriend den Ambtman zuur aan, ! ! !" "En waarom moet ik zuur aangezien worden?" vroeg Mom, bevreemd opziende: "ik, die mijn leven voor een vriendelijken lach van dien bevalligen mond zoude geven." "Wel!" zeide Botbergen, "omdat

De juffrouw, zooveel als de nicht, sloeg hare magere handen voor het aangezicht en begon zoo luid en zoo bitterlijk te schreien dat mevrouw er merkbaar van ontdaan werd, doch haastig zeide: "Bedaar Emilie, ga en rust eerst wat van je vermoeienissen uit, morgen zullen wij samen spreken; je kind heeft ook wat verkwikking noodig, nietwaar ventje?"

"Ik dacht niet dat de zaak me zooveel narigheid zou bezorgen", mompelde Padre Dámaso op huilerigen toon. "Maar van twee kwaden dan maar 't minste." En zijn stem verheffende, trad hij op Linares toe, en zeide: "Kom hier, m'n jongen, laten we 's met Santiago gaan praten." Linares verbleekte, en liet zich door den geestelijke, die in gedachten verzonken voortliep, meetrekken.

"Nu vraag ik aan elk verstandig mensch," zeide Lodewijk, met een luiden lach, "of zulk een verschooning wel iets anders als een uitvlucht is? Wat duivel! die zijn paarden sparen wil moet niet wedden. Wat zegt gij er van, Weinstübe?..." "Das ist recht," antwoordde deze: "onze freund Reynhove sol het auch gaar nicht meinen wollen.

"Ongetwijfeld, en toch is het niet de weg, dien ik zou inslaan om deze geschiedenis tot klaarheid te brengen." "Wat zoudt u dan doen!" "O, laat u door mij in geen enkel opzicht influenceeren. Het beste is, dat u uw weg gaat en ik den mijne. Later kunnen wij onze aanteekeningen vergelijken en zoodoende zal het eene verslag het andere aanvullen." "Zeer goed," zeide Lestrade.

Hij was de stil-peinzende verfpeuteraar, en hij bewandelde, gelijk 't in goed humeur zijn vriend Lieven zeide, "als een serafische zonneklopper de deugdelijke paadjes van den levenstuin, thuis latend de bloedhonden van den hartstocht." Mevrouw Verlat zag in zijne blauwe oogen de perelende tranen staan.